26
Dors Venabili wist dat Leggen op dit moment niet uit vrije wil naar de Bovenlaag zou gaan. Ze zou hem moeten dwingen.
Eerst keek ze weer in de bibliotheek en de kantines. Toen belde ze naar Seldons kamer. Ten slotte ging ze ernaar toe en belde aan de deur. Toen Seldon niet reageerde, liet ze de beheerder de deur openen. Hij was er niet. Ze informeerde bij een paar mensen die hem in de laatste weken hadden leren kennen. Niemand had hem gezien.
Goed, dan zou ze Leggen dwingen haar mee te nemen naar de Bovenlaag. Maar de avond was al gevallen. Hij zou krachtig protesteren en hoe lang kon ze debatteren met Hari Seldon opgesloten in die vrieskou met hagel en sneeuw?
Een gedachte kwam bij haar op en ze stormde naar de kleine Universiteitscomputer, die bijhield waar de studenten, de staf en het technische personeel zich zoal mee bezighielden.
Haar vingers vlogen over de toetsen en ze vond al snel wat ze zocht.
Er waren er drie in een ander deel van de campus. Ze reserveerde een kleine glijwagen om erheen te gaan en ze vond de appartementen die ze zocht. Eén zou er toch wel beschikbaar zijn? Of in elk geval vindbaar?
Het geluk was met haar. De eerste deur waar ze aanbelde, gaf een vraaglicht. Ze toetste haar identificatienummer in, waarin ook haar verband met het departement was verwerkt. De deur ging open en een mollige man van middelbare leeftijd keek haar recht in het gezicht. Hij was zich duidelijk aan het opfrissen voor het avondeten. Zijn donkerblonde haar zat in de war en hij droeg geen bovenkleren.
'Sorry,' zei hij. 'U treft me niet op mijn voordeligst. Wat kan ik voor u doen, dr. Venabili?'
Buiten adem zei ze: 'U bent Rogen Benastra, hoofdseismoloog, klopt dat?'
'Ja.'
'Dit is een noodgeval. Ik moet de seismologische gegevens van de laatste paar uur van de Bovenlaag zien.'
Benastra keek haar met grote ogen aan. 'Waarom? Er is niets gebeurd. Anders had ik het geweten. De seismograaf zou het ons gemeld hebben.'
'Ik heb het niet over een inslag van een meteoriet.'
'Ik ook niet. Daar hebben we geen seismograaf voor nodig. Ik heb het over kiezelsteentjes, barstjes ter grootte van een speldenknop. Vandaag niets.'
'Dat bedoel ik ook niet. Alstublieft. Breng me bij de seismograaf en lees hem voor me af. Het gaat om leven of dood.'
'Ik heb een afspraak om uit eten te gaan...'
'Ik zei leven of dood en ik meen het.'
'Ik zie niet...' begon Benastra, maar hij viel stil onder Dors' woeste blik. Hij veegde zijn gezicht af, liet snel een paar woorden achter op zijn boodschappenmelder en worstelde zich in een shirt.
Half rennend (Dors vuurde hem genadeloos aan) kwamen ze bij het kleine, massieve Seismologiegebouw aan. Dors, die niets van seismologie afwist, zei: 'Naar beneden? Gaan we naar beneden?'
'Onder de bewoonde niveaus. Natuurlijk. De seismograaf moet in vast gesteente verankerd liggen en ver verwijderd blijven van het voortdurende geraas en getril van de stadsniveaus.'
'Maar hoe kun je daar beneden nu zien wat er in de Bovenlaag gebeurt?'
'De seismograaf staat in verbinding met drukgeleiders in de koepel. De inslag van een korreltje steengruis wordt al aangegeven op het scherm. We kunnen zien wat voor gevolgen een felle wind heeft op de grondverdeling. We kunnen...'
'Ja ja,' zei Dors ongeduldig. Ze was niet gekomen voor een college over de verdiensten en verfijningen van de instrumenten. 'Kunnen jullie ook voetstappen van mensen signaleren?'
'Voetstappen van mensen?' Benastra keek haar verward aan. 'Dat lijkt me niet waarschijnlijk in de Bovenlaag.'
'Natuurlijk is dat waarschijnlijk. Er is vanmiddag een groep meteorologen naar de Bovenlaag geweest.'
'O. Nou ja, voetstappen zijn nauwelijks waar te nemen.'
'Ze zijn waar te nemen als je goed genoeg kijkt en ik wil graag dat je dat doet.'
Misschien voelde Benastra zich wel beledigd door de vastberaden, bevelende toon van haar stem, maar als dat het geval was, wist hij het goed te verbergen. Hij drukte een toets in en het beeldscherm kwam tot leven.
Aan de rechterkant van het scherm, in het midden, was een grote lichtvlek te zien, vanwaar een dunne, horizontale lijn naar de linkerkant liep. De lijn kronkelde licht, een ongeregelde serie oprispingen die naar links wegliep. Het had een bijna hypnotisch effect op Dors.
'Zo rustig als het maar zijn kan,' zei Benastra. 'Alles wat je ziet, wordt veroorzaakt door de wisselende luchtdruk, regendruppels misschien, het verre gesnor van machines. Er is niets daarboven.'
'Oké, maar hoe zit het met een paar uur geleden? Kijk eens hoe het bijvoorbeeld vandaag om vijftienhonderd was. Dat staat toch wel ergens geregistreerd?'
Benastra gaf de computer de nodige instructies, waarna er een seconde of twee lang chaos heerste op de monitor. Toen werd het rustig en opnieuw kwam de horizontale lijn in beeld.
'Ik zet hem zo hoog mogelijk,' mompelde Benastra. De oprispingen werden wat geprononceerder en terwijl ze naar links wegliepen, veranderden ze voortdurend van patroon.
'Wat is dat?' zei Dors. 'Leg uit.'
'Als jij zegt dat er daarboven mensen zijn geweest, Venabili, dan vermoed ik dat dit de voetstappen zijn... het verplaatsen van gewicht, de indruk van schoenen. Ik had het waarschijnlijk niet eens gedacht als ik niet wist van mensen daarboven. Het is wat wij een goedaardige vibratie noemen, zonder enig verband met dingen waarvan we weten dat ze gevaarlijk zijn.'
'Kun je ook zien om hoeveel mensen het gaat?'
'Zeker niet met het blote oog. We krijgen namelijk een resultante van alle impacts.'
'Je zegt "niet met het blote oog". Kan de computer de resultante ook in haar componenten ontleden?'
'Ik betwijfel het. Dit zijn minimale uitwerkingen en je moet het onvermijdelijke geruis ook incalculeren. De resultaten zouden onbetrouwbaar zijn.'
'Goed dan. Kijk tot hoe laat de voetstapindicaties doorgaan. Kun je hem als het ware "vooruitspoelen"?'
'Ja, maar als het te snel gaat, zal alles over één rechte lijn worden uitgesmeerd met wat grijze mist aan weerskanten. Wat ik wel kan is steeds vijftien minuten verspringen en telkens even snel kijken.'
'Prima. Doe dat!'
Beiden tuurden op het scherm tot Benastra zei: 'Nu is er niets meer. Zie je wel?'
Er was weer een lijn met alleen maar die kleine, ongeregelde oprispingen van geruis.
'Wanneer hielden de voetstappen op?'
'Twee uur geleden. Ietsje langer.'
'En toen ze ophielden, waren er toen minder dan eerst?'
Benastra keek licht verontwaardigd. 'Dat kan ik onmogelijk zeggen. Ik denk dat zelfs de meest gedetailleerde analyse daar geen uitsluitsel over zou kunnen geven.'
Dors perste haar lippen op elkaar. Toen vroeg ze: 'Bekijken we nu een drukgeleider - dat is toch het woord dat u gebruikte? - bij het meteorologische station?'
'Ja, daar zijn de instrumenten en daar moeten de meteorologen ook rondgelopen hebben.' Toen, ongelovig: 'Wil je dat ik andere drukgeleiders in de buurt probeer? Een voor een?'
'Nee. Blijf bij deze ene. Maar houd de vijftien minuten aan. Er is misschien iemand achtergebleven die later weer is teruggelopen naar het station.'
Benastra schudde zijn hoofd en mompelde iets binnensmonds.
Het beeld begon weer te verschuiven en Dors zei op scherpe toon: 'Wat is dat?' Ze wees.
'Weet ik niet. Geruis.'
'Nee. Het gaat met regelmatige tussenpozen. Kunnen dat voetstappen zijn van één persoon?'
'Zeker, maar het kan ook een dozijn andere dingen zijn.'
'De tussenpozen zijn ongeveer die van voetstappen, of niet?' Toen, na een tijdje, zei ze: 'Ga nog eens verder.'
Dat deed hij en toen het scherm weer tot rust was gekomen zei ze: 'Worden de oneffenheden niet groter?'
'Dat zou kunnen. We kunnen ze meten.'
'Dat hoeft niet. Je kunt zo wel zien dat ze groter worden. De voetstappen naderen de drukgeleider. Ga nog eens verder. Kijk wanneer ze ophouden.'
Na een tijdje zei Benastra: 'Ze zijn twintig of vijfentwintig minuten geleden opgehouden.' Toen, voorzichtig: 'Wat het ook waren.'
'Het zijn voetstappen,' zei Dors met een rotsvaste overtuiging. 'Er is een man daarboven en terwijl jij en ik hier met die computer aan het spelen waren, is hij ingestort en ligt te bevriezen en wie weet dood te gaan. Zeg niet "wat het ook waren"! Roep Meteorologie op en geef me Jenarr Leggen. Leven of dood, zeg ik je. Kom op!'
Benastra's lippen trilden. Hij was het stadium allang voorbij waarin hij nog weerstand zou kunnen bieden aan deze vreemde en driftige vrouw.
Het kostte niet meer dan drie minuten om het hologram van Leggen op het platform te krijgen. Hij was bij de maaltijd weggeroepen. Hij had een servetje in de hand en een verdachte glinstering van vet op zijn kin.
Zijn lange gezicht stond dreigender dan ooit. '"Leven of dood"? Wat heeft dit te betekenen? Wie bent u?' Toen kreeg hij Dors in de gaten, die dichter bij Benastra was gaan staan zodat Jenarr haar in beeld zou krijgen. 'Jij weer,' zei hij. 'Dit is puur getreiter.'
'Dat is het niet,' zei Dors. 'Ik heb Rogen Benastra geraadpleegd, die is hoofdseismoloog aan de Universiteit. Nadat jij en je ploeg de Bovenlaag hadden verlaten, registreerde de seismograaf heel duidelijk nog de voetstappen van één persoon. Dat is mijn student Hari Seldon, die onder jouw begeleiding naar boven is gegaan en nu vrijwel zeker samengebald op de grond ligt, misschien al op het randje van de dood.'
'Jij neemt me nu dan ook rechtstreeks mee naar boven met wat voor spullen we ook nodig hebben. Als je dat niet onmiddellijk doet zal ik de Universitaire Veiligheidsdienst inschakelen - de voorzitter, als dat nodig is. Op de een of andere manier zal ik boven komen en als Hari iets is overkomen doordat jij ons ook maar één minuut ophoudt, zal ik ervoor zorgen dat je beschuldigd wordt van nalatigheid, incompetentie - alles wat ik maar hard kan maken - en dat je al je status zult verliezen en van de Universiteit wordt gegooid. En als hij dood is, is dat natuurlijk dood door schuld. Of nog erger, want je bent nu gewaarschuwd over zijn toestand.'
Een woeste Jenarr wendde zich tot Benastra. 'Heb jij geregistreerd...'
Maar Dors onderbrak hem. 'Hij vertelde me wat hij geregistreerd heeft en ik heb het jou verteld. Ik ben niet van plan toe te staan dat je hem omverwalst en in verwarring brengt. Kom je? Nu?'
'Heb je er wel eens aan gedacht dat je je misschien vergist?' zei Jenarr strak. 'Weet je wat ik met je kan doen als dit een opzettelijk vals alarm is? Wat verlies van status betreft snijdt het mes wel aan twee kanten...'
'Wat moord betreft niet,' zei Dors. 'Ik ben bereid een proces wegens opzettelijk vals alarm te riskeren. Ben jij bereid een proces wegens moord te riskeren?'
Jenarr werd rood, misschien meer omdat hij zich nu gewonnen moest geven dan door het dreigement. 'Ik kom, maar ik zal geen genade kennen, jongedame, als je student de laatste drie uur veilig en wel onder de koepel heeft doorgebracht.'