75

Ze ontmoetten de man die zich Davan noemde in een kamer achter een vervallen eethuis. Er ver achter.

Raych liep voorop en liet nogmaals zien dat hij zich net zo thuis voelde in de holen van Billibotton als een mol in de tunnels onder de grond van Helicon.

Het was Dors Venabili wier behoedzaamheid zich het eerst manifesteerde. Ze stond stil en zei: 'Kom terug, Raych. Waar gaan we nu precies naartoe?'

'Naar Davan,' zei Raych. Hij keek haar geërgerd aan. 'Dat heb ik toch gezeg.'

'Maar dit is een verlaten gebied. Er woont hier niemand.' Dors keek rond met onverholen aversie. De omgeving was levenloos en de paar lichtpanelen die er waren gloeiden niet - of nauwelijks.

'Dat vindt Davan fijn,' zei Raych. 'Hij trekt altijd rond en woont dan weer hier, dan weer daar. Weet je wel... rond-trekke.'

'Waarom?' vroeg Dors.

'Da's veiliger, dame.'

'Voor wie is hij bang?'

'Voor de regering.'

'Wat moet de regering met Davan?'

'Weeknie, dame. Luister. Ik zal je vertelle waar hij is en hoe je er moet kome en dan gaan jullie alleen - als je mij d'r niet bij wil hebbe.'

'Nee, Raych,' zei Seldon. 'Zonder jou zouden we alleen maar verdwalen. Ik denk zelfs dat je beter kunt wachten tot we klaar zijn zodat je ons weer terug kunt brengen.'

Raych reageerde meteen. 'Wat word ik daar beter van? Moet ik blijven rondhangen en honger krijgen?'

'Jij hangt rond en krijgt honger, Raych, en dan koop ik een lekkere maaltijd voor je. Zoveel je maar wilt.'

'Dat zeg je nù, meester. Hoe weet ik dat?'

Dors hand schoot naar haar riem en hield een mes vast, het lemmet flikkerend. 'Je wilt toch niet zeggen dat wij leugenaars zijn, of wel, Raych?'

Raych sperde zijn ogen wijd open. Hij leek niet onder de indruk van dit dreigement. 'Hee, dat zag ik niet,' zei hij, 'doe het nog eens.'

'Na afloop doe ik het nog eens... als je er nog bent. Anders' - Dors keek hem dreigend aan - 'weten we je te vinden.'

'Ach, kom nou, dame,' zei Raych, 'ik weet toch dat jullie me niks doen. Zo zijn jullie niet. Maar ik zal blijve wachte.' Hij deed zijn armen over elkaar. 'Erewoord.'

En hij liep zwijgend verder. Hun schoenen maakten een hol geluid in de lege gangen.

Davan keek op toen ze binnenkwamen, een wilde blik die zachter werd toen hij Raych zag. Hij gebaarde snel naar de twee anderen - vragend.

'Dit zijn ze,' zei Raych grinnikend. Hij verdween.

Seldon stelde hen voor. 'Ik ben Hari Seldon. De jongedame is Dors Venabili.'

Hij nam Davan nieuwsgierig op. Da van was donker en had de dikke zwarte snor van de Dahliet, maar daaronder droeg hij een stoppelige baard. Hij was de eerste Dahliet die Seldon zag, die niet gladgeschoren was. Zelfs de vechtjassen die ze ontmoet hadden waren gladgeschoren.

Seldon vroeg: 'Hoe heet u, meneer?'

'Davan. Dat moet Raych jullie verteld hebben.'

'Uw achternaam.'

'Ik ben alleen Davan. Bent u hierheen gevolgd, meester Seldon?'

'Nee, ik weet zeker van niet. Als dat het geval was geweest had Raych wel iets gehoord of gezien. En anders meesteres Venabili wel.'

Dors glimlachte flauwtjes. 'Je hebt vertrouwen in me, Hari.'

'Steeds meer,' zei hij peinzend.

Davan bewoog zich ongemakkelijk. 'Toch bent u al opgespoord.'

'Opgespoord?'

'Ja, ik heb gehoord van die zogenaamde nieuwsman.'

'Nu al?' Seldon was hier lichtelijk verbaasd over. 'Maar ik heb het vermoeden dat hij inderdaad van het nieuws was... en ongevaarlijk. We hebben hem uitgemaakt voor Keizerlijk agent op advies van Raych, een goed idee. De mensen om hem heen werden steeds dreigender en zo kwamen we van hem af.'

'Nee,' zei Davan, 'hij was wat jullie hem noemden. Mijn mensen kennen die man en hij werkt inderdaad voor het Imperium. Maar u doet dan ook niet als ik. U heeft geen schuilnaam en verandert niet van verblijfplaats. U houdt uw eigen naam, doet geen moeite om undercover te blijven. U bent Hari Seldon, de mathematicus.'

'Dat klopt, ja,' zei Seldon. 'Waarom zou ik een schuilnaam verzinnen?'

'Het Imperium zoekt u, of niet?'

Seldon haalde zijn schouders op. 'Ik verblijf op plaatsen waar het Imperium niet kan komen om me in te rekenen.'

'Niet openlijk, nee, maar het Imperium hoeft ook niet openlijk te werk te gaan. Ik zou u aanraden te verdwijnen... echt te verdwijnen.'

'Net als u... zoals u zegt,' zei Seldon. Hij keek met iets van afkeer om zich heen. De kamer was even doods als de gangen waar hij doorgekomen was. Er hing een vreselijk bedompte lucht en het was ontzettend deprimerend.

'Ja,' zei Davan. 'U zou heel nuttig voor ons kunnen zijn.'

'In welk opzicht?'

'U heeft gesproken met een jongeman genaamd Yugo Amaryl.'

'Dat heb ik inderdaad.'

'Amaryl heeft me verteld dat u de toekomst kunt voorspellen.'

Seldon slaakte een diepe zucht. Hij was moe van het staan in die lege kamer. Davan zat op een kussen en er lagen ook wel andere kussens, maar die zagen er niet erg schoon uit. En hij voelde er weinig voor om tegen de beschimmelde muur te leunen.

Hij zei: 'Of u heeft Amaryl verkeerd begrepen of Amaryl heeft mij verkeerd begrepen. Wat ik gedaan heb is bewijzen dat het mogelijk is om voorwaarden te kiezen waaronder historische voorspellingen niet ontaarden in gissingen, maar tot op zekere hoogte betrouwbaar kunnen worden. Maar wat die voorwaarden zouden kunnen zijn weet ik niet en ik betwijfel ook of ze ooit door één persoon gevonden kunnen worden - of door hoeveel mensen dan ook - in een eindige tijdsspanne. Begrijpt u me?'

'Nee.'

Seldon zuchtte weer. 'Laat ik het dan nog eens proberen. Het is mogelijk de toekomst te voorspellen, maar het zou wel eens onmogelijk kunnen zijn om erachter te komen hoe we die mogelijkheid kunnen benutten. Begrijpt u dat?'

Davan keek eerst Seldon triest aan, toen Dors. 'Dus u kunt de toekomst niet voorspellen.'

'Nu begrijpen we elkaar, meester Davan.'

'Noem me maar gewoon Davan. Maar u zult misschien ooit leren om de toekomst te voorspellen.'

'Dat is voorstelbaar.'

'Dus daarom zoekt het Imperium u.'

'Nee,' zei Seldon, een belerend vingertje in de lucht. 'Volgens mij is dat waarom het Imperium juist niet alles doet om mij te pakken te krijgen. Ze willen me misschien wel hebben als ze me zonder moeilijkheden kunnen krijgen, maar ze weten dat ik nu niets weet en dat het daarom niet de moeite waard is om de wankele vrede op Trantor in gevaar te brengen door de plaatselijke rechten van deze of gene sector te schenden. Dat is de reden waarom ik onder mijn eigen naam kan rondlopen met een redelijke mate van veiligheid.'

Even begroef Davan zijn gezicht in zijn handen en mompelde: 'Dit is waanzin.' Toen keek hij vermoeid op en zei tegen Dors: 'Bent u de vrouw van meester Seldon?'

'Ik ben zijn vriendin en beschermer,' zei Dors kalm.

'Hoe goed kent u hem?'

'We zijn een paar maanden bij elkaar.'

'Niet meer?'

'Niet meer.'

'Bent u van mening dat hij de waarheid spreekt?'

'Ik weet dat hij dat doet, maar wat voor reden heeft u om mij te vertrouwen als u hem niet vertrouwt? Als Hari, om wat voor reden ook, tegen u liegt, kan ik dan niet even goed tegen u liegen om hem te helpen?'

Davan keek hulpeloos van de een naar de ander. Toen zei hij: 'Zou u ons in elk geval willen helpen?'

'Wie zijn "ons" en in wat voor opzicht heeft u hulp nodig?'

'U ziet de situatie hier in Dahl,' zei Davan. 'We worden onderdrukt. Dat moet u weten, en uit de manier waarop u Yugo Amaryl behandeld hebt maak ik op dat het u niet aan medegevoel ontbreekt.'

'Wij sympathiseren volledig met u.'

'En u moet weten waar die onderdrukking in laatste instantie vandaan komt.'

'Ik neem aan dat u me gaat vertellen dat het de Keizerlijke regering is en ik geloof zeker dat die een rol speelt. Aan de andere kant heb ik gezien dat er een burgerlijke klasse in Dahl is die de hittepoelers veracht, en een misdadige klasse die de rest van de sector terroriseert.'

Davans gezicht verstrakte, maar hij bleef onbewogen. 'Heel juist. Heel juist. Maar het Imperium moedigt dat aan uit principe. Dahl heeft het potentieel om grote problemen te veroorzaken. Als de hittepoelers zouden gaan staken zou Trantor bijna meteen te kampen krijgen met een ernstig energietekort... met alle gevolgen van dien. Maar de hoge heren van Dahl zouden met hun eigen geld de oproerkraaiers uit Billibotton - en van elders - inhuren om de hittepoelers een lesje te leren en de staking te breken. Dat is eerder gebeurd. Het Imperium staat aan de ene kant toe dat een aantal Dahlieten welvarend is, althans relatief welvarend, om Imperiale lakeien van ze te maken. Aan de andere kant weigert de regering om de wapenwetten hard te maken en het misdadige element in onze samenleving te verzwakken. De Imperiale regering doet dat overal - en niet alleen in Dahl. Ze kunnen geen geweld gebruiken om hun wil op te leggen, zoals vroeger, toen ze bruut en zonder omwegen de dienst uitmaakten. Trantor is vandaag de dag zo ingewikkeld en zo kwetsbaar dat de Imperiale troepen hun handen thuis moeten houden.'

'Een vorm van degeneratie,' zei Seldon. Hij dacht weer aan de klachten van Hummin.

'Wat?' vroeg Davan.

'Niets,' zei Seldon. 'Ga door.'

'De Imperiale troepen moeten hun handen thuis houden, maar ze zijn erachter gekomen dat ze desondanks nog genoeg kunnen uitrichten. Elke sector wordt aangemoedigd om zijn buren te wantrouwen. Binnen iedere sector worden economische en sociale klassen aangemoedigd elkaar in de haren te vliegen. Het resultaat is dat het overal op Trantor onmogelijk is massaal actie te voeren. Overal zouden de mensen liever met elkaar op de vuist gaan dan samen de centrale tirannie te bevechten, en het Imperium heerst zonder dat ze daar veel voor hoeven te doen.'

'En wat,' vroeg Dors, 'denkt u dat daaraan gedaan kan worden?'

'Ik heb jaren geprobeerd een gevoel van solidariteit op te bouwen onder de volkeren van Trantor.'

'Ik kan alleen maar aannemen,' zei Seldon droog, 'dat u dat een onmogelijk moeilijke en grotendeels ondankbare taak vindt.'

'U hebt gelijk,' zei Davan, 'maar de partij wordt sterker. Veel van onze messentrekkers komen tot het inzicht dat messen het beste zijn als ze niet onderling gebruikt worden. Degenen die jullie aanvielen in de gangen van Billibotton zijn een voorbeeld van de niet-bekeerden. Hoe het ook zij, degenen die u nu steunen, die bereid zijn om u te verdedigen tegen de agent die u voor een journalist hield, zijn mijn mensen. Ik leef hier in hun midden. Het is geen aantrekkelijke manier van leven, maar ik ben hier veilig. We hebben aanhangers in naburige sectoren en we worden steeds talrijker.'

'Maar wat moeten wij doen?' vroeg Dors.

'Om te beginnen,' zei Davan, 'bent u allebei Buitenwerelders, geleerden. We hebben mensen als u nodig onder onze leiders. Onze grootste kracht ligt bij de arme en ongeschoolde mensen omdat die het meest lijden, maar ze kunnen het minst goed leiding geven. Iemand als een van u is honderd van hen waard.'

'Dat is een rare schatting uit de mond van iemand die de onderdrukten wil bevrijden,' zei Seldon.

'Ik bedoel niet als mensen,' zei Davan haastig. 'Ik bedoel wat betreft leidinggeven. De partij moet mensen met intellectuele capaciteiten in de leiding hebben.'

'Mensen zoals wij, bedoelt u, zijn nodig om uw partij van een fatsoenlijk laagje te voorzien.'

'Als je wilt kun je iets nobels altijd wel op een spottende manier verwoorden,' zei Davan. 'Maar u, meester Seldon, bent meer dan fatsoenlijk, meer dan intellectueel. Zelfs als u niet wilt toegeven dat u de mist van de toekomst met uw scherpe blik kunt doorboren...'

'Alstublieft, Davan,' zei Seldon, 'wees niet poëtisch en gebruik geen voorwaardelijke wijs. Het is geen kwestie van al of niet willen toegeven. Ik kan de toekomst niet voorspellen. Het is geen mist die het zicht beperkt, maar ondoordringbare stalen barrières.'

'Laat me uitpraten. Zelfs al kunt u geen echte voorspellingen doen met - hoe noemt u dat? - psychohistorische precisie, u heeft de geschiedenis bestudeerd en u heeft misschien wel een zeker intuïtief gevoel voor consequenties. Heb ik gelijk of niet?'

Seldon schudde zijn hoofd. 'Ik heb misschien een zeker intuïtief inzicht in mathematische waarschijnlijkheid, maar in hoeverre ik dat kan vertalen in iets van historische betekenis is zeer onduidelijk. In feite heb ik de geschiedenis nauwelijks bestudeerd. Ik wou dat dat wel het geval was. Ik beschouw het als een vreselijk gebrek.'

Dors zei op effen toon: 'Ik ben de historicus, Davan, en ik kan wel een paar dingen zeggen als u dat wilt.'

'Alstublieft, ga uw gang,' zei Davan, half beleefd, half uitdagend.

'Om te beginnen zijn er vele revoluties geweest in de Galactische geschiedenis die tirannieën omvergeworpen hebben, soms op individuele planeten, soms op een paar tegelijk, een enkele keer in het Imperium zelf of in de pre-Imperiale regionale regeringen. Vaak kwam het erop neer dat de ene tirannie de andere verving. Met andere woorden, de ene heersende klasse wordt vervangen door een andere - soms door een efficiëntere die zich beter kan handhaven - terwijl de armen en vertrapten arm en vertrapt blijven of er nog bekaaider vanaf komen.'

Davan luisterde aandachtig en zei: 'Daar ben ik me van bewust. Dat zijn we allemaal. Misschien kunnen we lering trekken uit het verleden en beter weten wat we moeten vermijden. Bovendien, de tirannie die nu bestaat is echt. Wat in de toekomst misschien zal bestaan is alleen maar een potentieel gevaar. Als we veranderingen altijd uit de weg gaan omdat het weleens veranderingen ten kwade kunnen zijn, dan is er absoluut geen hoop dat we ooit aan onrecht ontkomen.'

'Een tweede punt dat u in de gaten moet houden,' zei Dors, 'is dat, zelfs al staat het recht aan uw kant, zelfs al schreeuwt de gerechtigheid om een veroordeling, het toch meestal de bestaande tirannie is die de meeste macht vertegenwoordigt. Er is niets wat uw messentrekkers kunnen doen met rellen en demonstraties, dat enig blijvend effect heeft zolang er, in het uiterste geval, een leger tegenover staat dat is uitgerust met kinetische, chemische en neurologische wapens, en dat bereid is om die tegen uw mensen te gebruiken. U kunt alle verworpenen en zelfs alle fatsoenlijken aan uw kant krijgen, maar op de een of andere manier moet u de veiligheidstroepen en het Keizerlijke leger aan uw kant zien te krijgen, of op zijn minst hun loyaliteit jegens de heersers ernstig ondermijnen.'

Davan zei: 'Trantor is een wereld met vele regeringen. Iedere sector heeft zijn eigen heersers en sommigen zijn zelf tegen het Imperium. Als wij een sterke sector aan onze kant kunnen krijgen, zou dat de situatie veranderen, nietwaar? Dan zouden we niet alleen maar schooiers zijn met messen en stenen.'

'Betekent dat dat u inderdaad een sterke sector aan uw kant hebt of alleen maar dat dat uw ambitie is?'

Davan zweeg.

Dors zei: 'Ik zal even aannemen dat u aan de Burgemeester van Wye denkt. Als de Burgemeester in de stemming is om ontevredenheid onder het volk te gebruiken om de kans te verhogen dat de Keizer omvergeworpen kan worden, denkt u dan niet dat de Burgemeester het doel heeft zelf de nieuwe Keizer te worden? Waarom zou de Burgemeester zijn huidige, niet onaanzienlijke positie op het spel zetten voor minder? Alleen maar voor de zegeningen der rechtvaardigheid en een fatsoenlijke behandeling van mensen bij wie hij nauwelijks enig belang heeft?'

'U bedoelt,' zei Davan, 'dat iedere machtige leider die bereid is ons te helpen ons daarna zou kunnen verraden.'

'Het zou niet de eerste keer zijn in de Galactische geschiedenis.'

'Als we daar op voorbereid zijn, zouden wij hem dan niet kunnen verraden?'

'U bedoelt hem gebruiken en dan, op een cruciaal moment, de leider van zijn leger - of in elk geval een leider - opruien en hem laten vermoorden?'

'Misschien niet precies zo, maar er is wellicht een manier om van hem af te komen als dat nodig mocht zijn.'

'Dan hebben we een revolutionaire beweging, waarin de hoofdrolspelers bereid moeten zijn elkaar te verraden, beide partijen gewoonweg wachtend op hun kans. Het klinkt als een recept voor chaos.'

'Wilt u ons dus niet helpen?' vroeg Davan.

Seldon, die de gedachtenwisseling tussen Davan en Dors met een fronsende blik had aangehoord, zei: 'Zo simpel kunnen we het niet stellen. We zouden u graag helpen. We staan aan uw kant. Het lijkt me dat niemand die goed bij zijn hoofd is een Imperiaal systeem in stand wil houden, dat zichzelf handhaaft door het cultiveren van wederzijdse haat en achterdocht. Zelfs al lijkt het te werken, het kan alleen maar beschreven worden als metastabiel; dat wil zeggen, als geneigd om tot instabiliteit te vervallen. Maar de vraag is: hoe kunnen wij helpen? Als ik psychohistorie had, als ik zou kunnen zeggen wat er hoogstwaarschijnlijk gaat gebeuren of welke van een aantal mogelijke handelwijzen de grootste kans maakte op een goede afloop, zou ik mijn vaardigheden tot uw beschikking stellen. Maar ik heb het niet. Ik kan u het beste helpen door te proberen psychohistorie te ontwikkelen.'

'En hoe lang duurt dat?'

Seldon haalde zijn schouders op. 'Dat kan ik niet zeggen.'

'Hoe kunt u ons vragen een onbepaalde tijd geduld te oefenen?'

'Wat voor alternatief heb ik, aangezien ik momenteel nutteloos voor u ben? Maar ik wil u wel dit zeggen: tot voor zeer kort was ik er heilig van overtuigd dat het absoluut onmogelijk was om psychohistorie te ontwikkelen. Nu ben ik daar niet zo zeker van.'

'U bedoelt dat u een oplossing in gedachten heeft?'

'Nee, alleen maar een intuïtief gevoel dat een oplossing misschien mogelijk is. Ik weet niet precies wat er gebeurd is dat ik dat idee nu heb. Het is misschien een illusie, maar ik ben bezig. Gun me de tijd. Misschien ontmoeten wij elkaar weer.'

'Of misschien,' zei Davan, 'als u teruggaat naar waar u nu verblijft, zult u op een gegeven moment ontdekken dat u in een Imperiale val bent gelopen. U kunt wel denken dat het Imperium u alleen laat in uw strijd met psychohistorie, maar ik ben er zeker van dat de Keizer en zijn pluimstrijker Demerzel geen zin hebben om voorgoed te wachten, net zomin als ik.'

'Haast zal ze weinig baten,' zei Seldon kalm, 'aangezien ik niet aan hun kant sta, omdat ik aan uw kant sta. Kom, Dors.'

Ze draaiden zich om en lieten Davan alleen achter in zijn erbarmelijke kamertje. Raych stond buiten op ze te wachten.

Prelude op de Foundation
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml