70
Moeder Rittah was dik in de zeventig, maar haar gelaatstrekken leken die leeftijd op het eerste gezicht te ontkennen. Dikke wangen, een klein mondje, een kleine, ronde, dubbele kin. Ze was heel klein - nog geen anderhalve meter lang - en had een dik lijf.
Maar ze had rimpeltjes rond haar ogen en als ze glimlachte, zoals bij het zien van Seldon en Dors, verschenen er rimpeltjes over haar hele gezicht. En ze liep moeilijk.
'Kom binnen, kom binnen,' zei ze zacht en met een hoog stemmetje. Ze tuurde naar hen alsof ze bijna blind was. 'Buitenstaanders... Buitenwerelders zelfs. Heb ik gelijk? Jullie ruiken niet naar Trantor.'
Seldon wilde dat ze niet over ruiken begonnen was. Haar flatje, tot de nok toe vol met allerlei prullen die er dof en stoffig uitzagen, hing vol etensgeuren die dicht tegen het bederf aanhingen. De lucht was zo dik dat hij zeker wist dat zijn kleren er helemaal naar zouden ruiken wanneer ze weggingen.
'U hebt gelijk, Moeder Rittah,' zei hij. 'Ik ben Hari Seldon van Helicon. Mijn vriendin is Dors Venabili van Cinna.'
'Zo zo,' zei ze, terwijl ze de kamer rondkeek op zoek naar een leeg plekje op de grond waar ze hen zou kunnen uitnodigen te gaan zitten. Ze vond er niet een.
'We kunnen ook wel staan, Moeder,' zei Dors.
'Wat?' Ze keek op naar Dors. 'U moet een flinke stem opzetten, mijn kind. Mijn oren zijn niet meer zo goed als toen ik zo oud was als u.'
'Waarom heeft u geen gehoorapparaat?' zei Seldon met stemverheffing.
'Dat zou niet helpen, meester Seldon. Er schijnt iets mis te zijn met de zenuw en ik heb geen geld voor zenuwherstel. Bent u gekomen om van oude Moeder Rittah te horen wat de toekomst u brengen zal?'
'Niet helemaal,' zei Seldon. 'Ik ben gekomen om over het verleden te leren.'
'Uitstekend. Het is zo vermoeiend om uit te moeten maken wat de mensen graag willen horen.'
'Het lijkt me een hele kunst,' zei Dors met een glimlach.
'Het lijkt makkelijk, maar je moet het echt met overtuiging brengen. Ik verdien wat ze me geven.'
'Als u een krediettegoed heeft,' zei Seldon. 'Wij zullen u een redelijke vergoeding geven als u ons over Aarde vertelt... zonder te bedenken wat wij willen horen, want het enige dat wij willen horen is de waarheid.'
De oude vrouw, die een beetje door de kamer had geschuifeld en hier en daar wat dingetjes rechtgezet of verplaatst, alsof ze haar kamer mooier wilde maken voor haar belangrijke gasten, bleef plotseling staan. 'Wat wilt u weten over Aarde?'
'Wat is het, om te beginnen?'
De oude vrouw draaide om en leek dwars door de muren in het niets te staren. Toen ze sprak was haar stem zacht en regelmatig.
'Het is een wereld, een heel oude planeet. Vergeten en verloren.'
'Het maakt geen deel uit van de geschiedenis, dat is alles wat ik weet,' zei Dors.
'We spreken over een tijd vóór de geschiedenis, kind,' zei Moeder Rittah plechtig. 'Aarde bestond in de dageraad van de Galaxis en voor de dageraad. Het was de enige wereld waar mensen woonden.' Ze knikte vastbesloten met haar hoofd.
'Was een andere naam voor Aarde... Aurora?' vroeg Seldon.
En nu fronste Moeder Rittah haar gerimpelde voorhoofd. 'Waar heeft u dat gehoord?'
'Tijdens mijn omzwervingen. Ik heb van een oude vergeten wereld gehoord die Aurora heette en waar de mensen woonden in oervrede.'
'Het is een leugen.' Ze veegde haar mond af alsof ze opeens een vieze smaak in haar mond had. 'Die naam die u noemt mag nóóit genoemd worden, anders dan als de plaats van Kwaad. Aarde was alleen totdat Kwaad kwam met haar zusterwerelden. Kwaad had Aarde bijna vernietigd, maar Aarde herstelde zich en vernietigde Kwaad - met de hulp van helden.'
'Aarde was vóór Kwaad. Bent u daar zeker van?'
'Lang daarvoor. Aarde was duizenden jaren alleen in de Galaxis... miljoenen jaren.'
'Miljoenen jaren? De mensheid leefde er miljoenen jaren met geen enkel ander volk op andere werelden?'
'Zo is het. Zo is het. Zo is het.'
'Maar hoe weet u dat allemaal? Is al die informatie opgeslagen in een computer? Of in een drukboek? Heeft u er ook iets te lezen over?'
Moeder Rittah schudde haar hoofd. 'Ik heb de oude verhalen van mijn moeder gehoord, die het weer van haar moeder had gehoord, enzovoort, tot ver in het verleden. Ik heb geen kinderen, dus ik vertel de verhalen aan anderen, maar misschien komt er wel een einde aan. De mensen geloven niets meer.'
'Toch wel, Moeder,' zei Dors. 'Er zijn mensen die over prehistorische tijden speculeren en die sommige verhalen over de verloren wereld bestuderen.'
Moeder Rittah maakte een afwerend gebaar. 'Die kijken ernaar met een ijskoude blik. Wetenschappelijk. Ze proberen het in hun ideeën in te passen. Ik zou een jaar lang verhalen kunnen vertellen van de grote held Ba-Lee, maar u zou daar geen tijd voor hebben en ik heb er geen kracht meer voor.'
'Heeft u weleens van robots gehoord?' vroeg Seldon.
De oude vrouw huiverde en ze schreeuwde het bijna uit. 'Waarom vraagt u zulke dingen?! Dat waren kunstmatige mensen, kwaadaardig, het werk van Kwaad en de andere werelden. Ze zijn vernietigd en zouden nooit weer genoemd moeten worden.'
'Er was een speciale robot, of niet, die door Kwaad werd gehaat?'
Moeder Rittah waggelde naar Seldon toe en tuurde in zijn ogen. Hij voelde haar hete adem op zijn gezicht. 'Bent u hier gekomen om me in de maling te nemen? U weet ervan en toch vraagt u ernaar? Waarom vraagt u het eigenlijk?'
'Omdat ik het wil weten.'
'Er was een kunstmatige mens die Aarde hielp. Dat was Da-Nee, de vriend van Ba-Lee. Hij is nooit gestorven en leeft nog ergens, in afwachting van de tijd om terug te keren. Niemand weet wanneer dat zal zijn, maar op een dag zal hij terugkomen en de grote tijden doen herleven en alle wreedheid, onrecht en ellende uitroeien. Dat is de belofte.' Na deze woorden sloot ze haar ogen en glimlachte verrukt, alsof ze het zich allemaal herinnerde...
Seldon wachtte even in stilte, zuchtte toen en zei: 'Dank u, Moeder Rittah. U bent ons zeer behulpzaam geweest. Hoeveel krijgt u van ons?'
'Zo plezierig om Buitenwerelders te ontmoeten,' gaf de oude vrouw ten antwoord. 'Tien kredieten. Kan ik u iets te drinken aanbieden?'
'Nee, dank u,' zei Seldon ernstig. 'Neemt u alstublieft twintig van ons aan. U hoeft ons alleen maar te vertellen hoe we van hier weer bij de express komen. En, Moeder Rittah, als u ervoor kunt zorgen dat een paar van uw verhalen over Aarde op een computerschijf komen, zal ik u goed betalen.'
'Ik zal veel kracht nodig hebben. Hoe goed?'
'Dat hangt ervan af hoe lang het verhaal is en hoe goed het verteld is. Misschien betaal ik wel duizend kredieten.'
Moeder Rittah likte haar lippen af. 'Duizend kredieten? Maar hoe zal ik u vinden als het verhaal verteld is?'
'Ik geef u het computercodenummer waaronder u mij kunt bereiken.'
Nadat Seldon Moeder Rittah het codenummer gegeven had gingen hij en Dors weg, dankbaar voor de betrekkelijk schone lucht in de steeg buiten. Ze liepen met ferme pas in de richting die de oude vrouw had aangegeven.