62

Jirad Tisalver uit de Dahl Sector was klein van stuk. Hij kwam niet verder dan de neus van Hari Seldon. Dat leek hem echter niet te deren. Hij had een knap, regelmatig gezicht, glimlachte graag en veel en had een dikke, zwarte snor en zwart, krullend haar.

Met zijn vrouw en hun half volgroeide dochter woonde hij in een appartement met zeven kleine kamers, angstvallig schoongehouden maar schaars gemeubileerd.

'Het spijt me, meester Seldon en meesteres Venabili,' zei Tisalver, 'dat ik u niet het comfort kan bieden waaraan u gewend zult zijn, maar Dahl is een arme sector en ik hoor niet eens bij de beter gesitueerden van ons volk.'

'Reden te meer voor ons,' antwoordde Seldon, 'om onze spijt te betuigen dat wij u tot last zijn.'

'Niks geen last, meester Seldon. Meester Hummin zorgt dat we royaal betaald worden voor uw gebruik van onze nederige woning en de kredieten zouden zelfs welkom zijn als u dat niet was... maar u bent ook welkom.'

Seldon dacht aan de woorden waarmee Hummin afscheid had genomen na hun aankomst in Dahl.

'Seldon,' had hij gezegd, 'dit is de derde schuilplaats die ik geregeld heb. De eerste twee stonden erom bekend dat ze buiten het bereik van het Imperium lagen, iets wat misschien juist de aandacht heeft getrokken. Het waren tenslotte tamelijk voor de hand liggende schuilplaatsen voor jou. Deze is anders. Het is arm, onopvallend, in bepaalde opzichten zelfs onveilig. Het biedt geen natuurlijke schuilplaats voor jou, zodat de Keizer en zijn stafchef misschien niet op het idee komen je hier te zoeken. Zou je het heel erg vinden om deze keer niet in moeilijkheden te raken?'

'Ik doe mijn best, Hummin,' zei Seldon, een beetje beledigd. 'Wees er alsjeblieft van bewust dat ik de problemen niet opgezocht heb. Ik probeer iets te leren waar ik misschien wel dertig levens voor nodig heb, wil ik ook maar de kleinste kans maken psychohistorie van de grond te krijgen.'

'Ik begrijp het,' zei Hummin. 'Je inspanningen brachten je in Streeling naar de Bovenlaag en in Mycogen naar het arendsnest van de Ouderen en zullen je in Dahl wie weet waar brengen. Wat jou betreft, dr. Venabili, ik weet dat je geprobeerd hebt om op Seldon te passen, maar je moet echt je uiterste best doen. Houd goed in de gaten dat hij de belangrijkste persoon van Trantor is, of zelfs van de Galaxis, en dat je hem koste wat het kost moet beschermen.'

'Ik blijf mijn best doen,' zei Dors stug.

'En wat de familie betreft waar ik jullie heb ondergebracht, ze hebben hun eigenaardigheden, maar het zijn goede mensen met wie ik al eerder te maken heb gehad. Probeer hun ook geen overlast te bezorgen.'

Maar Tisalver leek geen enkele moeilijkheid te verwachten van zijn nieuwe onderhuurders en het plezier dat hij in zijn gasten leek te hebben - nog afgezien van het geld dat hij ervoor ving - kwam oprecht over.

Hij had nooit een voet buiten Dahl gezet en zijn honger naar verhalen over verre plaatsen was enorm. Zijn vrouw luisterde ook al buigend en glimlachend naar de gasten en hun dochter bekeek ze, met een vinger in de mond, met één oog om het hoekje van de deur.

Het was meestal na het avondeten, als het hele gezin aan tafel zat, dat Seldon en Dors over de buitenwereld moesten vertellen. Er was volop te eten, maar het was niet bijster lekker en vaak taai. Na het smakelijke voedsel van Mycogen was het bijna niet te eten. De 'tafel' was een lange plank die aan een muur bevestigd was en waaraan staande werd gegeten.

Voorzichtige vragen van Seldon brachten aan het licht dat dit normaal was bij de meeste Dahlieten en dat het niets met armoede te maken had. Natuurlijk, legde meesteres Tisalver uit, waren er mensen in Dahl met hoge regeringsfuncties die geneigd waren om allerlei rare gewoonten over te nemen, zoals het zitten in stoelen - ze noemde ze 'lichaamsplanken' - maar door de gewone Dahlieten werd hierop neergekeken.

Maar hoezeer ze onnodige luxe ook afkeurden, toch hoorden de Tisalvers er graag over vertellen. Met een geratel van klikkende tongen luisterden ze naar beschrijvingen van matrassen op poten, mooi versierde kasten en kleding en de overvloed aan eetgerei.

Ze luisterden ook naar de verhalen over de Mycogener gebruiken en Jirad Tisalver streek tevreden over zijn haar en maakte er geen geheim van dat hij zich net zo lief liet castreren als ontharen. Meesteres Tisalver reageerde woedend op berichten over vrouwelijke onderdanigheid en weigerde domweg te geloven dat de Zusters het allemaal rustig aanvaardden.

Het gretigst reageerden ze toen Seldon terloops melding maakte van de Keizerlijke gronden. Toen bleek dat Seldon de Keizer ontmoet en gesproken had, waren alle drie de gezinsleden van stil ontzag vervuld. Het duurde even voor ze met vragen durfden te komen en Seldon bleek hun nieuwsgierigheid niet te kunnen bevredigen. Zoveel had hij tenslotte niet gezien van de Keizerlijke gronden en van het Paleis zelf nog minder.

Dat stelde de Tisalvers teleur, maar toch probeerden ze meer aan de weet te komen. En dat Dors nooit in de Keizerlijke Sector geweest was, wilde er niet in. Seldon wel en Dors niet? Maar het ongeloofwaardigst vonden ze nog wel dat de Keizer er als een gewoon mens uitzag en praatte als ieder ander. Dat leek de Tisalvers volslagen onmogelijk.

Na drie achtereenvolgende avonden werd Seldon een beetje moe. Eerst had hij zich erop verheugd om een tijdje niets te doen (overdag tenminste) en zich te vermaken met een paar geschiedkundige boekfilms die Dors had aanbevolen. De Tisalvers gaven hun monitor graag in gebruik aan hun gasten, hoewel de dochter des huizes er niet zo blij mee was. Zij moest naar de buren om haar huiswerk te doen.

'Ik heb hier niks aan,' zei Seldon ongedurig. Hij zat op zijn kamer en had een muziekje aangezet om eventuele afluisteraars te ontmoedigen. 'Ik begrijp waarom de geschiedenis je fascineert, maar het is een aaneenschakeling van details. Het is een enorme berg, een Galactische berg van gegevens waarin ik geen basisstructuur kan ontwaren.'

'Er is een tijd geweest,' zei Dors, 'dat mensen geen enkele structuur zagen in de sterrenhemel, maar uiteindelijk hebben ze toch de structuur van de Galaxis ontdekt.'

'Ik weet zeker dat dat generaties heeft geduurd, geen weken. Er is ook een tijd geweest dat de fysica uit een hoop onsamenhangende observaties bestond voor de belangrijkste natuurkundige wetten ontdekt en geformuleerd werden, maar ook dat heeft generaties geduurd. En wat moeten we met de Tisalvers?'

'Hoezo? Ze zijn heel aardig.'

'Ze zijn nieuwsgierig.'

'Dat is logisch. Zou jij dat niet zijn in hun plaats?'

'Maar is het gewoon nieuwsgierigheid? Ze lijken waanzinnig geïnteresseerd in mijn ontmoeting met de Keizer.'

Dors begon haar geduld te verliezen. 'Ook dat is alleen maar logisch. Zou jij dat niet zijn, als de situatie omgekeerd was?'

'Ik word er zenuwachtig van.'

'Hummin heeft ons hier gebracht.'

'Ja, maar hij is niet volmaakt. Hij heeft me naar de Universiteit gebracht en daar werd ik naar de Bovenlaag gemanoeuvreerd. Hij heeft ons naar Zonnemeester Veertien gebracht en die heeft ons in een val laten lopen. Dat weet jij ook. En een tweemaal gewaarschuwd mens telt voor vier. Ik heb er genoeg van de hele tijd vragen te beantwoorden.'

'Draai de rollen dan eens om, Hari. Ben je niet geïnteresseerd in Dahl?'

'Natuurlijk wel. Wat weet jij er eigenlijk van, nu we het er toch over hebben?'

'Niets. Het is gewoon een van de meer dan achthonderd sectoren en ik ben pas iets meer dan twee jaar op Trantor.'

'Precies. En er zijn vijfentwintig miljoen andere werelden en ik houd me pas een paar maanden met dit probleem bezig... Luister. Weet je wat ik wil? Ik wil terug naar Helicon en de draad weer oppakken van de mathematica van de turbulentie. Daar ging mijn dissertatie ook over. Ik wil vergeten dat ik ooit ingezien heb, of dacht dat ik inzag, dat turbulentie iets zei over de menselijke samenleving.'

Maar die avond zei hij tegen Tisalver: 'Maar weet u, meester Tisalver, u heeft me nooit verteld wat u doet, wat voor werk.'

'Ik?' Tisalver zette zijn vingers op zijn borst. Hij was gehuld in een eenvoudig wit T-shirt met niets daaronder, wat in Dahl onder de mannen gebruikelijk leek te zijn. 'Niets bijzonders. Ik werk op het plaatselijke holovisiestation bij de programmering. Een heel saaie baan, maar ik verdien er de kost mee.'

'En op een fatsoenlijke manier,' zei mevrouw Tisalver. 'Zo hoeft hij tenminste niet in de hittepoelen te werken.'

'De hittepoelen?' vroeg Dors. Ze trok haar lichte wenkbrauwen op en slaagde erin een geboeide indruk te wekken.

'Ach,' zei Tisalver, 'daar staat Dahl nu eenmaal om bekend. Het stelt niet veel voor, maar veertig miljard mensen op Trantor hebben energie nodig en wij nemen een groot deel daarvan voor onze rekening. We worden niet erg gewaardeerd, maar ik zou wel eens een paar van die luxesectoren zonder energie willen zien.'

Seldon keek verward. 'Krijgt Trantor zijn energie dan niet van zonnewarmtestations in een baan rond de planeet?'

'Een deel wel,' zei Tisalver, 'en ook een deel van kernfusiestations op de eilanden en een deel van microfusiemotoren en een deel van windstations in de Bovenlaag, maar de helft' - hij hief zijn vinger om zijn woorden kracht bij te zetten en keek buitengewoon ernstig - 'de helft komt uit de hittepoelen. Er zijn overal hittepoelen, maar nergens, nergens zijn ze zo rijk als in Dahl. Meent u dat echt, dat u nog nooit van onze hittepoelen gehoord hebt? U kijkt me zo aan.'

'We zijn Buitenwerelders, moet u weten,' zei Dors snel. (Ze had bijna 'stamverwanten' gezegd, maar kon zichzelf nog net op tijd corrigeren.) 'En dat geldt vooral voor dr. Seldon. Hij is pas een paar maanden op Trantor.'

'Echt waar?' zei meesteres Tisalver. Ze was een klein beetje korter dan haar man, was mollig zonder dik te zijn, had haar donkere haar strak naar achteren getrokken in een knot en bezat prachtige donkere ogen. Net als haar man was ze waarschijnlijk in de dertig.

(Na hun Mycogener periode, niet lang maar wel intens, keek Dors er eerst wat vreemd tegenaan dat een vrouw zich geheel uit zichzelf in een gesprek mengde. Hoe snel raken gebruiken en manieren ingeburgerd, dacht ze, en ze nam zich voor Seldon hier straks op te wijzen - weer een item voor zijn psychohistorie.)

'Ja zeker,' zei ze. 'Dr. Seldon komt van Helicon.'

Meesteres Tisalver gaf op een beleefde manier blijk van haar onwetendheid. 'En waar is Helicon?'

'Tja, hoe zal ik het zeggen,' zei Dors. Ze keek naar Seldon. 'Waar is Helicon, Hari?'

Seldon keek beschaamd van de een naar de ander. 'Om eerlijk te zijn, ik denk niet dat ik het makkelijk zou kunnen aanwijzen op een Galactisch model zonder eerst de coördinaten op te zoeken. Het enige dat ik zeggen kan, is dat het aan de andere kant van het centrale zwarte gat ligt en dat de reis per hyperruimteschip nogal een onderneming is.'

'Ik denk niet dat Jirad en ik ooit in een hyperruimteschip zullen reizen,' zei meesteres Tisalver.

'Die dag komt nog wel, Casilia,' zei Tisalver opgewekt, 'als we geluk hebben. Maar vertel ons eens iets over Helicon, meester Seldon.'

Seldon schudde zijn hoofd. 'Dat vind ik veel te saai. Het is een gewone wereld, net als iedere andere wereld. Alleen Trantor verschilt van de andere werelden. Er zijn geen hittepoelen op Helicon - nergens anders waarschijnlijk, alleen op Trantor. Vertel me er eens iets over.'

('Alleen Trantor verschilt van de andere werelden.' De zin speelde een moment door Seldons hoofd en om de een of andere reden schoot het hand-op-dij-verhaal van Dors hem weer te binnen, maar Tisalver sprak en het verliet hem even snel als het opgekomen was.)

'Als u echt geïnteresseerd bent in hittepoelen,' zei Tisalver, 'kan ik ze u wel laten zien.' Hij richtte zich tot zijn vrouw. 'Casilia, zou je het erg vinden als ik meester Seldon morgenavond meenam naar de hittepoelen?'

'En mij,' voegde Dors er snel aan toe.

'En meesteres Venabili?'

Meesteres Tisalver fronste haar wenkbrauwen en zei op scherpe toon: 'Dat lijkt me niet zo'n goed idee. Onze gasten zouden het erg saai vinden.'

'Dat denk ik niet, meesteres Tisalver,' zei Seldon innemend. 'We zouden de hittepoelen heel graag zien. We zouden zeer vereerd zijn als u met ons mee zou gaan... en uw dochtertje - als ze zin heeft.'

'Naar de hittepoelen?' zei meesteres Tisalver. Haar gezicht verstrakte. 'Daar heeft een fatsoenlijke vrouw niets te zoeken, helemaal niets.'

Seldon schaamde zich een beetje over de blunder die hij kennelijk gemaakt had. 'Ik bedoel er niets mee, meesteres Tisalver.'

'Geeft niks,' zei Tisalver. 'Casilia vindt dat wij daar boven staan en dat is ook zo, maar zolang ik er niet werk kan het geen kwaad eens een kijkje te nemen en gasten rond te leiden. Maar het is een oncomfortabel uitstapje en ik zou Casilia nooit zover krijgen dat ze zich erop kleedde.'

Ze stonden op uit hun gehurkte positie. De Dahlitische 'stoelen' waren niet meer dan gegoten plastic zittingen op wieltjes. Ze bezorgden Seldon kramp in zijn knieën en leken bij de minste beweging al te gaan schommelen. Maar de Tisalvers hadden de kunst van het zitten aardig onder de knie en stonden zonder problemen op, zonder hun handen te hoeven gebruiken, zoals Seldon. Ook Dors stond zonder problemen op en weer verbaasde Seldon zich over haar natuurlijke gratie.

Voor ze zich elk in hun eigen kamer terugtrokken voor de nacht, zei Seldon tegen Dors: 'Weet je zeker dat je niets van die hittepoelen afweet? Als je meesteres Tisalver zo hoort lijkt het me daar geen lolletje.'

'Zo verschrikkelijk zal het er wel niet zijn, anders zou Tisalver ons niet hebben voorgesteld er rond te gaan kijken. Laten we ons tevredenstellen met een verrassing.'

Prelude op de Foundation
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml