23

Weer een lobby.

Maar heel anders dan die van SSD.

Amelia Sachs had nog nooit zo'n rommeltje gezien. Misschien toen ze nog wijkagent was en op meldingen van huiselijk geweld van junks in Hell's Kitchen afging, maar zelfs die mensen hadden vaak hun waar-digheid; ze deden hun best. Hier kreeg ze de kriebels. De stichting Privacy Now, die in een oude pianofabriek in de wijk Chelsea zat, kreeg de hoofdprijs voor slonzigheid.

Stapels uitdraaien en boeken – veel wetboeken en vergeelde over-heidsvoorschriften – kranten en tijdschriften. En kartonnen dozen met meer van hetzelfde erin. Telefoonboeken. De Handelingen.

En stof. Bergen stof.

Een receptioniste in een spijkerbroek en een sjofele trui rammelde als een dolle op een oud toetsenbord en praatte gedempt in een handsfree telefoon. Mensen in spijkerbroek en T-shirt of in ribbroek en gekreukt werkoverhemd kwamen gejaagd door de gang de lobby in, ruilden dossiers of pakten telefoonmemo's en haastten zich weer weg.

De wanden waren behangen met goedkope kopieën en posters.

BOEKHANDELAREN:
VERBRAND DE AANKOOPBONNEN VAN UW KLANTEN
VOORDAT DE REGERING HUN BOEKEN VERBRANDT!

Op een kreukelig opgespannen doek stond de vermaarde zin uit 1984 van George Orwell over de totalitaire samenleving:

Big Brother is watching you

En op een prominente plek aan de schurftige muur tegenover Sachs:

GUERRILLAGIDS VOOR DE PRIVACYOORLOG

  • Geef nooit je burgerservicenummer
  • Geef nooit je telefoonnummer
  • Geef je nooit vrijwillig op voor statistisch onderzoek
  • Hou je overal buiten
  • Vul geen productregistratiekaartjes in
  • Vul geen ‘garantiebewijzen’ in. Zander heb je ook garantie. Ze warden alleen gebruikt om informatie te verzamelen!
  • Denk erom: het gevaarlijkste wapen van de nazi's was informatie
  • Blijf zoveel mogelijk buiten het systeem

Ze was het nog aan het verwerken toen er een gehavende deur openging en er een kleine, gedreven ogende man met een bleke huid op haar af beende, haar een hand gaf en haar meenam naar zijn kamer, die nog rommeliger was dan de lobby.

Calvin Geddes, de ex-werknemer van SSD, werkte nu bij deze stich-ting voor het recht op privacy. ‘Ik ben overgestapt naar de duistere kant,’ zei hij met een glimlach. Hij had de behoudende kledingvoor-schriften van SSD ook achter zich gelaten en droeg nu een geel over-hemd zonder das, een spijkerbroek en sportschoenen.

Toen Sachs hem over de moorden vertelde, bestierf de vriendelijke glimlach hem op de lippen.

‘Ja,’ fluisterde hij. Zijn ogen stonden nu hard en geconcentreerd. ‘Ik wíst dat het een keer zou gebeuren. Ik wist het absoluut zeker.’

Geddes vertelde dat hij een technische achtergrond had en dat hij als programmeur bij Sterlings eerste onderneming, de voorganger van SSD, in Silicon Valley had gewerkt. Hij was naar New York verhuisd en had er goed van geleefd toen SSD een torenhoge vlucht nam.

Tot de keerzijde zichtbaar werd.

‘We kregen problemen. We codeerden de data toen nog niet, en wij waren verantwoordelijk voor een paar ernstige gevallen van identiteits-diefstal. Een aantal mensen pleegde zelfmoord. En er schreven zich wel eens stalkers bij ons in die alleen maar op informatie uit innerCircle uit waren. Twee vrouwen die ze zochten, werden belaagd en eentje was bijna dood geweest. Toen gebruikten ouders die in een gevecht om de voogdij verwikkeld waren onze gegevens om hun ex op te sporen en ontvoerden de kinderen. Het was zwaar. Ik voelde me net die vent die had geholpen de atoombom uit te vinden en er toen spijt van kreeg. Ik probeerde meer beveiliging in te bouwen. En dat hield in dat ik niet in de – haakjes openen – visie van SSD – haakjes sluiten – geloofde, vol-gens mijn baas.’

‘Sterling?’

‘Uiteindelijk wel, maar hij heeft me niet ontslagen. Andrew maakt zijn handen niet vuil. De rotklusjes schuift hij af. Zo kan hij de meest fantastische, vriendelijkste baas van de wereld blijven… Bovendien is er minder bewijs tegen hem als anderen het smerige werk voor hem op-knappen… Goed, na mijn ontslag sloot ik me aan bij Privacy Now.’

De organisatie was vergelijkbaar met EPIC, het Electronic Privacy Information Center, vertelde hij. Privacy Now kwam in het geweer tegen bedreigingen van de privacy van individuen door de overheid, bedrijven en financiële instellingen, internetproviders, telefoonmaatschappijen en commerciële data-brokers en -miners. De organisatie lobbyde in Washington, daagde de regering voor het gerecht op grond van de wet Openbaarheid van Bestuur om meer te weten te komen over het toe-zicht op de burger en klaagde particuliere bedrijven aan die zich niet hielden aan de wet op de privacy en openbaarmaking.

Sachs vertelde hem niet over de dataval die Rodney Szarnek had ge-zet, maar legde in algemene bewoordingen uit dat ze op zoek waren naar werknemers en cliënten van SSD die in staat zouden kunnen zijn dossiers samen te stellen. ‘De beveiliging lijkt heel streng, maar dat heb ik alleen van Sterling en zijn mensen gehoord. Ik wilde de mening van een buitenstaander horen.’

‘Met alle genoegen.’

‘Mark Whitcomb heeft ons verteld over de betonnen firewalls en hoe de gegevens worden opgesplitst.’

‘Wie is Mark Whitcomb?’

‘Hij zit op de afdeling Compliance.’

‘Nooit van gehoord. Die moet nieuw zijn.’

‘Het is een afdeling op het gebied van consumentenrechten binnen het bedrijf,’ legde Sachs uit. ‘Om ervoor te zorgen dat SSD zich aan alle regels houdt.’

Het leek Geddes plezier te doen, maar hij maakte er een kanttekening bij: ‘Dat heeft Andrew Sterling niet uit de goedheid van zijn hart ge-daan. Waarschijnlijk kregen ze net iets te vaak een proces aan hun broek en wilden ze een wit voetje halen bij het volk en het Congres. Sterling geeft geen duimbreed toe als het niet hoeft… Maar wat die datahokken betreft, dat klopt. Voor Sterling is informatie zo kostbaar als de heilige graal. Kraken? Waarschijnlijk onmogelijk. En je kunt met geen moge-lijkheid bij het gebouw inbreken en gegevens stelen.’

‘Sterling zei dat er maar weinig mensen zijn die dossiers uit inner-Circle kunnen downloaden. Klopt dat, voorzover jij weet?’

‘Ja, zeker. Er zijn er een paar die toegang hebben, maar verder nie-mand. Ik heb nooit toegang gehad, en ik heb er vanaf het begin ge-werkt.’

‘Heb jij ideeën? Misschien ken je werknemers met een verontrustend verleden? Gewelddadigheid?’

‘Ik ben er al een tijd weg, en ik heb nooit gedacht dat er een uitgespro-ken gevaarlijk type rondliep. Maar al doet Sterling wel graag alsof we één grote, blije familie zijn, ik heb er nooit iemand echt leren kennen.’

‘Wat denk je van deze mensen?’ Ze liet hem de lijst met verdachten zien.

Geddes keek naar de namen. ‘Ik heb met Gillespie gewerkt. Ik kende Cassel. Ik mocht ze geen van beiden. Ze zitten verstrikt in die hele op-gaande lijn van het data minen, net als Silicon Valley in de jaren ne-gentig. Binken. De anderen ken ik niet, sorry.’ Hij nam haar aandachtig op. ‘Dus je bent er geweest?’ vroeg hij met een ironische glimlach. ‘Wat vond je van Andrew?’

Ze probeerde haar indrukken kort samen te vatten, maar haar ge-dachten bleven steken. Uiteindelijk zei ze: ‘Vastberaden, beleefd, onder-zoekend en intelligent, maar…’ Haar stem stierf weg.

‘Maar je kreeg geen hoogte van hem.’

‘Nee.’

‘Omdat hij niets van zichzelf laat zien. In al die jaren dat ik met hem heb gewerkt, heb ik hem nooit leren kennen. Geen mens kent hem. Ondoorgrondelijk. Mooi woord. Dat is Andrew. Ik zocht altijd naar aanwijzingen… Is je iets aan zijn boekenkast opgevallen?’

‘Je kon de ruggen van de boeken niet zien.’

‘Precies. Ik heb een keer gesnuffeld, en raad eens? Die boeken gaan niet over computers, privacy, data of bedrijfskunde. Het waren vooral historische boeken, filosofie en politiek: het Romeinse Rijk, Chinese keizers, Franklin Roosevelt, John Kennedy, Stalin, Idi Amin, Chroesjt-sjov. Hij heeft veel over de nazi's gelezen. Niemand gebruikte informa-tie zoals zij, en hij deinst er niet voor terug je dat te vertellen. Zij waren de eersten die op grote schaal computers gebruikten om etnische groe-peringen te volgen. Zo consolideerden ze hun macht. Sterling doet het-zelfde in het bedrijfsleven. Is de naam je opgevallen, SSD? Het gerucht gaat dat hij die opzettelijk heeft gekozen: ss voor het eliteleger van de nazi's, en SD voor hun geheime dienst en inlichtingendienst. Weet je waar de afkorting volgens zijn concurrenten voor staat? Selling Souls for Dollars.’ Geddes lachte wrang.

‘O, begrijp me niet verkeerd,’ vervolgde hij. ‘Andrew heeft niets tegen joden, of welke andere groepering dan ook. Politiek, nationaliteit, gods-dienst of ras zeggen hem niets. Ik heb hem een keer horen zeggen dat data geen grenzen hebben. In de eenentwintigste eeuw is informatie de zetel van de macht, niet olie of geografie. En Andrew Sterling wil de machtigste man op aarde worden… Hij heeft je vast wel zijn data-mining-is-God-preek gegeven.’

‘Omdat het ons behoedt voor diabetes, ons helpt kerstcadeautjes en huizen te kopen en zaken oplost voor de politie?’

‘Die preek, ja. En het is allemaal waar, maar zijn al die voordelen het waard dat iemand alles van je leven weet? Misschien maakt het je niet uit als je daardoor een paar dollar bespaart, maar wil je echt dat Con-sumerChoice-lasers je ogen scannen in de bioscoop en je reactie vast-leggen op de reclame die voor de hoofdfilm wordt vertoond? Wil jij dat de politie via de RFID-tag in je autosleutel kan zien dat je vorige week honderdvijftig hebt gereden terwijl je alleen op wegen bent geweest waar de maximumsnelheid tachtig was? Wil je dat wildvreemden weten wat voor ondergoed je dochter draagt? Of wanneer jij precies seks hebt?’

‘Wát?’

‘Nou, SSD weet dat jij vanmiddag condooms en glijmiddel hebt ge-kocht en dat je man de trein van kwart over zes naar huis heeft geno-men. Dat jullie het rijk alleen hebben, want jullie zoon is naar een wed-strijd van de Mets en jullie dochter is kleren aan het kopen bij The Gap in de Village. Dat jullie om achttien over zeven een pornofilm op de kabel hebben opgezocht. En SSD weet dat jullie om kwart voor tien een lekkere postcoïtale maaltijd hebben besteld bij de Chinees. Die infor-matie is allemaal beschikbaar. O, en SSD weet het als je kinderen onaan-gepast gedrag vertonen op school en wanneer ze je folders op naam moeten sturen over bijles en therapie voor kinderen. Of je man proble-men in de slaapkamer heeft en wanneer ze hem discrete brochures moeten sturen over middeltjes tegen erectiestoornissen. Wanneer je familie-geschiedenis, kooppatronen en afwezigheid van je werk je in een presuïcidaal profiel plaatsen…’

‘Maar dat is toch goed? Dan kun je naar een therapeut.’

Geddes lachte cynisch. ‘Fout. Want de behandeling van mogelijke zelfmoordenaars is niet winstgevend. SSD stuurt je naam naar plaatse-lijke uitvaartondernemingen en rouwbegeleiders – die de hele familie als klant kunnen binnenhalen, niet maar één depressief iemand. En trouwens, dat was een bijzonder lucratieve onderneming.’

Sachs was ontzet.

‘Heb je wel eens van netwerken gehoord?’

‘Ja, maar je bedoelt vast iets anders.’

‘SSD heeft een netwerk gedefinieerd op basis van jou alleen. Noem het “De wereld van rechercheur Sachs”. Jij bent de naaf en de spaken lopen naar je partner op het werk, je echtgenoot, ouders, buren, collega's, ieder-een van wie SSD graag meer zou weten om van die kennis te profiteren. Iedereen die een connectie met jou heeft, zit in jouw netwerk. En die mensen zijn allemaal weer hun eigen naaf met tientallen spaken.’

Hij kreeg weer een inval. Zijn ogen lichtten op. ‘Weet je wat metadata zijn?’

‘Nee?’

‘Data over data. Elk document dat op een computer wordt gemaakt of bewaard, of het nu een brief is, een dossier, een verslag, een pleitin-structie, een spreadsheet, een website, een e-mail of een boodschappen-lijstje, zit vol verborgen data. Wie het heeft gemaakt, waar het naartoe is gestuurd, alle veranderingen die erin zijn aangebracht, door wie en wanneer; het wordt allemaal seconde voor seconde vastgelegd. Als jij een brief aan je baas voor de grap begint met “Stomme eikel” en het dan wist, blijft dat “stomme eikel” op de harde schijf staan.’

‘Echt waar?’

‘Zeker weten. Een gewoon tekstverwerkingsbestand neemt veel meer schijfruimte in beslag dan de tekst alleen. Waar bestaat die rest uit? Metadata. Het databasebeheersysteem van Watchtower heeft speciale bots, programmarobots die niets anders doen dan metadata opsporen en opslaan uit alle documenten die worden verzameld. We noemden het de “schaduwafdeling” omdat metadata een soort schaduw van de hoofddata zijn, en vaak veel meer onthullen.’

Schaduw, zestienen, hokken, kasten… Er ging een wereld open voor Amelia Sachs.

Geddes, die van zijn ontvankelijke publiek genoot, leunde naar vo-ren. ‘Wist je dat SSD ook een onderwijsafdeling heeft?’

Ze dacht terug aan het schema in de brochure die Mel Cooper had gedownload. ‘Ja, EduServe.’

‘Maar hij heeft je er zeker niet over verteld, hè?’

‘Nee.’

‘Omdat hij niet graag verklapt dat de belangrijkste functie van het programma is dat het alle mogelijke informatie over kinderen vanaf vier jaar te vergaart. Wat ze kopen, waar ze naar kijken, welke sites ze be-zoeken, de cijfers die ze halen, medische dossiers van school… En dat is uiterst waardevolle informatie voor de commercie. Maar wat ik nog enger vind aan EduServe, is dat een school dankzij SSD voorspellende software op leerlingen kan loslaten en het onderwijsprogramma daarop kan afstemmen – in termen van wat het beste is voor de samenleving, of de maatschappij, als je het orwelliaans wilt zien. Gezien Billy's achtergrond zou hij volgens ons een beroepsopleiding moeten volgen. Suzy kan arts worden, maar alleen op het terrein van de volksgezondheid… Stuur de kinderen en je stuurt de toekomst. Ook een element van Hitlers filosofie, trouwens.’ Hij lachte. ‘Oké, geen preken meer… Maar be-grijp je nu waarom ik er niet meer tegen kon?’

Zijn gezicht betrok. ‘Nu ik aan je zaak denk… We hebben jaren gele-den een incident gehad bij SSD, vóór de verhuizing naar New York. Een sterfgeval. Het kan zuiver toeval zijn, maar…’

Nee, vertel.’

‘In het begin besteedden we het verzamelen van gegevens grotendeels uit aan scroungers.’

‘Wat?’

‘Bedrijven of particulieren die data zoeken. Een apart soort mensen. Denk aan die mensen die vroeger op eigen houtje naar olie zochten. Of goudzoekers. Zie je, gegevens hebben een vreemde aantrekkingskracht. Je raakt verslaafd aan de jacht. Je kunt nooit genoeg bij elkaar sprokke-len. Hoeveel ze ook verzamelen, ze willen altijd meer, en ze zoeken al-tijd naar nieuwe manieren om ze te krijgen. Het zijn genadeloze stre-bers. Zo is Sean Cassel ook begonnen, als scrounger.

Maar goed, we hadden er eentje die echt ongelooflijk was. Hij werkte bij een klein bedrijf, Rocky Mountain Data heette het geloof ik, in Colorado… Hoe heette hij ook alweer?’ Geddes fronste zijn voorhoofd. ‘Gordon, denk ik. Dat kan ook zijn achternaam geweest zijn. Maar goed, we hoorden dat hij niet blij was dat SSD zijn bedrijf overnam. Het verhaal wil dat hij alles bij elkaar zocht wat hij kon vinden over het bedrijf en Sterling zelf – hij gaf ze een koekje van eigen deeg. We dachten dat hij probeerde een schandaal te vinden waarmee hij Sterling kon chanteren, zodat hij van de overname af zou zien. Je weet dat Andy Sterling, de zoon van Andrew, ook bij het bedrijf werkt?’

Ze knikte.

‘We hadden geruchten gehoord dat Sterling zijn zoon jaren geleden had verstoten en dat die hem had opgespoord, maar toen hoorden we weer dat hij misschien een ándere zoon had verstoten. Misschien van zijn eerste vrouw, of van een scharrel. Iets wat hij geheim wilde houden. Misschien zocht Gordon naar zo'n soort schandaal, dachten we.

Maar goed, terwijl Sterling met een paar van zijn mensen in Colorado onderhandelt over de overname van Rocky Mountain, gaat die Gordon dood… Het was een ongeluk, dacht ik. Meer weet ik er niet van. Ik was er niet bij. Ik zat in de Valley programma's te schrijven.’

‘En de overname ging door?’

‘Ja, als Andrew ergens zijn zinnen op heeft gezet, krijgt hij het… Mag ik een balletje opgooien over de mogelijke moordenaar? Andrew Sterling zelf.’

‘Hij heeft een alibi.’

‘O ja? Nou, vergeet niet dat hij de informatiekoning is. Als je gege-vens beheert, kun je ze ook aanpassen. Hebben jullie dat alibi heel goed nagetrokken?’

‘Daar zijn we nu mee bezig.’

‘Nou, zelfs al het klopt, heeft hij mannetjes die voor hem werken en die alles doen wat hij zegt. Dan bedoel ik ook alles. Denk erom dat hij het vuile werk door anderen laat opknappen.’

‘Maar hij is multimiljonair. Waarom zou hij munten of een schilderij willen stelen en de eigenaar vervolgens vermoorden?’

‘Waarom?’ Geddes verhief zijn stem alsof hij een docent was en zijn leerling de les maar niet wilde begrijpen. ‘Omdat hij de machtigste mens op aarde wil worden. Hij wil dat zijn verzamelingetje gegevens ie-dereen op de wereld omvat. En hij is vooral geïnteresseerd in de mis-daadbestrijding en overheidscliënten. Hoe meer misdrijven er met in-nerCircle worden opgelost, hoe meer politieorganisaties hier en in het buitenland er ook gebruik van willen maken. Het eerste wat Hitler deed toen hij aan de macht kwam, was het consolideren van alle politie-korpsen in Duitsland. Wat was ons grootste probleem in Irak? We ont-bonden het leger en de politie, terwijl we ze juist hadden moeten inzet-ten. Zulke fouten zal Andrew niet maken.’

Hij lachte. ‘Je vindt me zeker een fanaticus? Maar ik zit er de hele dag middenin. Als er echt iemand elke minuut van de dag in de gaten houdt wat je doet, ben je niet paranoïde. En dát is SSD in een notendop.’