42
Dus ik ben ‘225’.
Waarom zouden Ze dat getal hebben gekozen? Myra 9834 was niet mijn tweehonderdvijfentwintigste slachtoffer (wat een verrukkelijk idee!) en het is niet het huisnummer van een van mijn slachtoffers… Wacht eens, de datum. Natuurlijk. Ze is afgelopen zondag vermoord, op de tweeëntwintigste dag van de vijfde maand, en toen hebben Ze de jacht op me geopend.
Voor Hen ben ik dus maar een nummer. Net zoals Zij nummers voor mij zijn. Ik voel me gevleid. Ik zit nu in mijn Kast en ik heb het grootste deel van mijn onderzoek voltooid. Het is na kantoortijd, de mensen gaan naar huis, naar een restaurant of naar vrienden. Dat is het mooie aan data: ze slapen nooit, en mijn soldaten kunnen door de lucht een aanslag doen op ieders leven, op elk door mij gekozen uur, op elke locatie.
De familie Prescott en ik brengen een moment met elkaar door voordat de aanval begint. De politie zal de huizen van mijn vijanden en hun familieleden laten bewaken, maar ze begrijpen de aard van mijn wapens niet. Die arme Joseph Malloy heeft me genoeg munitie gegeven.
Zo is die rechercheur Lorenzo, oftewel Lon Sellitto (hij doet veel moeite om zijn echte voornaam geheim te houden) nu geschorst, maar er komt nog meer. Dat ongelukkige incident een paar jaar geleden waarbij de verdachte tijdens zijn arrestatie werd neergeschoten en overleed… Er zullen nieuwe aanwijzingen opduiken, waaruit blijkt dat de verdachte niet gewapend was – de getuige had gelogen. De moeder van de omgekomen jongen zal het te horen krijgen. En ik zal een paar racistische letters onder Sellitto's naam naar extreem rechtse websites schrijven. Dan haal ik dominee Al Sharpton erbij, die burgerrechten'strijder – dat wordt de doodsteek. Misschien moet die arme Lon zelfs zitten.
En ik heb zijn netwerk bekeken. Ik zal iets verzinnen voor de tienerzoon die hij bij zijn eerste vrouw heeft. Een paar aanklachten wegens drugsbezit, misschien. Zo vader, zo zoon. Het heeft wel iets.
En die Pool, Pulaski, tja, die zal Binnenlandse Veiligheid er uiteindelijk wel van kunnen overtuigen dat zijn vrouw geen illegale terrorist is, maar wat zullen ze opkijken wanneer de geboorteakte van zijn kind verdwijnt en een ander stel, dat vorig jaar een kind heeft gekregen dat spoorloos uit het ziekenhuis is verdwenen, er toevallig achter komt dat hun vermiste zoontje bij Pulaski zou kunnen zijn. Het ventje zal hoe dan ook uit huis worden geplaatst tot alles is uitgezocht. Het zal hem blijvend beschadigen (zoals ik maar al te goed weet).
En dan komen we bij Amelia 7303 en die Lincoln Rhyme. Tja, gewoon omdat ik geen beste bui heb, zal Rose Sachs, die volgende maand een hartoperatie moet ondergaan, haar verzekering kwijtraken ten gevolge van… Laat ik er fraude in het verleden van maken. En Amelia 7303 zal wel pissig zijn vanwege haar auto, maar ze heeft het echt slechte nieuws nog niet gehoord: de schuld die ze als achteloze consument heeft opgebouwd. Een ton of twee, misschien. Tegen een echte woekerrente.
Dat zijn echter nog maar de hapjes vooraf. Ik ben aan de weet gekomen dat een van haar ex-vriendjes is veroordeeld wegens autokaping, geweld, diefstal en afpersing. Een paar nieuwe getuigen zullen in anonieme e-mails vertellen dat zij er ook bij betrokken was en dat er nog buit in de garage van haar moeder ligt, die ik er zal neerleggen voordat ik Interne Zaken bel.
De zaak is verjaard, dus er volgt geen aanklacht, maar de publiciteit zal haar haar goede naam kosten. Dank u, persvrijheid. God zegene Amerika…
De dood is een transactie die je achtervolgers gegarandeerd oponthoud bezorgt, maar de niet-dodelijke tactieken kunnen net zo doelmatig zijn, en ik vind ze een stuk eleganter.
En wat die Lincoln Rhyme betreft… Tja, het is een boeiende situatie. Ik had aanvankelijk natuurlijk de vergissing begaan zijn neef uit te zoeken, maar eerlijk is eerlijk: ik had Arthur 3480's hele netwerk nagetrokken en geen treffer voor zijn neef gevonden. Wat merkwaardig is. Het zijn bloedverwanten, maar ze hebben al tien jaar geen contact meer gehad.
Ik heb de vergissing begaan het beest wakker te porren. Hij is de beste tegenstander die ik ooit heb gehad. Hij heeft me tegengehouden op weg naar het huis van DeLeon 6832; hij heeft me zelfs op heterdaad betrapt, wat nog nooit iemand is gelukt. En als ik op Malloys amechtige verslag mag afgaan, komt hij steeds dichterbij.
Uiteraard heb ik daar ook iets op verzonnen. Ik kan momenteel geen gebruikmaken van innerCircle (ik moet nu voorzichtig zijn), maar ik heb genoeg aan artikelen en andere informatiebronnen. De vraag is natuurlijk hoe je het leven verwoest van iemand als Rhyme, wiens fysieke leven al grotendeels verwoest is. Ik heb ten slotte de oplossing gevonden: als hij zo afhankelijk is, moet ik iemand uit zijn netwerk verwoesten. Rhymes assistent, Thom Reston, wordt mijn volgende doelwit. Ik betwijfel of Rhyme zich ooit over de – uitgesproken onaangename – dood van de jongeman heen zal kunnen zetten. Het onderzoek zal als een nachtkaars uitgaan; niemand zal zich er zo volledig op willen storten als hij.
Ik stop Thom in de kofferbak van mijn auto en neem hem mee naar een ander pakhuis. Daar zal ik de tijd nemen met mijn Krusius Brothers-scheermes. Ik zal het allemaal opnemen en naar Rhyme mailen. Als hij echt zo'n hardwerkend forensisch onderzoeker is, zal hij de gruwelijke beelden aandachtig bekijken om aanwijzingen te vinden. Hij zal ze keer op keer moeten zien.
Ik weet zeker dat het hem ongeschikt zal maken voor deze zaak, als hij er niet helemaal aan onderdoor gaat.
Ik ga naar kamer 3 van mijn Kast en pak een van mijn videocamera's. De batterijen liggen vlakbij, en dan ga ik naar kamer 2 om de Krusius in zijn oude doos te pakken. Er zit nog wat geronnen bloed op het heft. Nancy 3470. Twee jaar geleden. (De rechtbank heeft net het hoger beroep van haar moordenaar, Jason 4971, afgewezen. De grond voor het beroep was dat het bewijs vervalst was, een bewering die zelfs zijn verdediging vermoedelijk meelijwekkend vond.)
Het scheermes is bot. Ik herinner me dat de ribben van Nancy 3470 enige weerstand boden; ze spartelde harder tegen dan ik had verwacht. Het geeft niet. Even aan de gang met een van mijn acht slijpstenen, dan een scheerriem en ik kan er weer tegenaan.
De adrenaline van de jacht gierde door Amelia Sachs’ lijf.
De aanwijzing in de tuin stuurde haar van hot naar her, maar ze voelde gewoon – sorry, Rhyme – dat haar missie iets zou opleveren. Ze parkeerde Pams auto op straat en haastte zich naar de volgende op haar lijst van een stuk of vijf mensen. Ze hoopte hartgrondig dat een van hen haar de laatste aanwijzing zou geven die ze nodig had om Tweeëntwintig-vijfs identiteit te achterhalen.
Bij de eerste twee had ze nul op het rekest gekregen. Zou ze nu slagen? Ze reed door de stad als een macabere aaseter op jacht, vond ze.
Het was inmiddels avond en Sachs controleerde het adres onder een straatlantaarn, vond het huis en liep de paar treden naar de voordeur op. Ze reikte al naar de bel toen ze iets voelde knagen.
Ze trok haar hand terug.
Was het de paranoia de ze al de hele dag voelde? Het gevoel dat ze in de gaten werd gehouden?
Ze keek snel om zich heen, naar de paar mensen op straat, de ramen van de huizen en kleine winkels, maar zag niets bedreigends. Er leek geen mens op haar te letten.
Ze hief haar hand weer en liet hem zakken.
Er klopte iets niet…
Wat was het?
Toen wist ze het. Het was niet dat ze in de gaten werd gehouden; het was een geur die haar dwarszat. Het drong met een schok tot haar door wat ze rook: schimmel. Ze rook schimmel, en de geur kwam uit het herenhuis waar ze nu voor stond.
Was het toeval?
Sachs liep geluidloos de treden af en het gangetje naast het herenhuis in. Het was een groot pand, smal van voren, maar heel diep. Ze liep verder de gang in en zag een raam in de zijgevel van het huis. Afgedekt met krantenpapier. Ze keek verder; ja, alle ramen waren bedekt. Ze herinnerde zich wat Terry Dobyns had gezegd: En de ramen zijn zwartgeverfd of afgeplakt. De buitenwereld moet op afstand worden gehouden…
Ze was alleen maar gekomen om informatie in te winnen – dit kón Tweeëntwintig-vijfs huis niet zijn; het strookte niet met de aanwijzingen. Ze begreep nu dat ze zich hadden vergist; het leed geen twijfel dat de moordenaar hier woonde.
Ze wilde haar mobieltje pakken, maar hoorde haastige voetstappen op de klinkers achter haar. Haar ogen werden groot. Ze tastte naar haar wapen in plaats van naar haar telefoon en draaide zich bliksemsnel om, maar voordat ze de kolf van de Glock kon pakken, werd ze gevloerd. Ze sloeg tegen de zijmuur van het herenhuis en zakte duizelig op haar knieën.
Toen ze snakkend naar adem opkeek, zag ze de harde speldenprikjes van ogen in het gezicht van de moordenaar en het bevlekte lemmet van het scheermes in zijn hand dat de afdaling naar haar keel inzette.