52

Er werd aan de deur gebeld en Thom ging opendoen.

Rhyme hoorde boze woorden uit de gang komen. Een kwade mannenstem. Een kreet.

Hij keek vragend naar Ron Pulaski, die zijn wapen uit zijn hoge holster had getrokken en het omhoog richtte, klaar om te vuren. Hij hield het deskundig vast. Amelia Sachs was een goede leermeester.

‘Thom?’ riep Rhyme.

Er kwam geen antwoord.

Even later verscheen er een man in de deuropening. Hij droeg een spijkerbroek, een lelijke geruite blazer en een honkbalpetje. Hij knipperde geschrokken met zijn ogen toen Pulaski zijn wapen op hem richtte.

‘Nee! Wacht!’ riep hij terwijl hij wegdook en een hand opstak.

Toen kwamen Thom, Sachs en Pam binnen. Sachs zag het wapen en zei: ‘Nee, nee, Ron. Het is goed… Dit is Calvin Geddes.’

Rhyme moest even nadenken. O ja, hij werkte bij Privacy Now, en hij had hen op het spoor van Peter Gordon gezet. ‘Wat moet dit voorstellen?’

‘Hij is degene die bij me heeft ingebroken,’ zei Sachs. ‘Niet Tweeëntwintig-vijf.’

Pam knikte beamend.

Geddes liep naar Rhyme toe, stak zijn hand in zijn zak en haalde er wat blauwe papieren uit. ‘Conform de wetten aangaande civiele procedures van de staat New York overhandig ik u deze dagvaarding in verband met de zaak Geddes contra Strategic Systems Datacorp, Inc.’ Hij hield ze Rhyme voor.

‘Ik heb er ook een, Rhyme.’ Sachs liet haar eigen dagvaarding zien.

‘En wat word ik geacht hiermee te doen?’ vroeg Rhyme aan Geddes, die hem de papieren nog steeds voorhield.

Geddes fronste zijn voorhoofd en keek naar de rolstoel. Rhymes toestand drong nu pas tot hem door. ‘Ik, eh…’

‘Hij is mijn zaakwaarnemer.’ Rhyme knikte naar Thom, die de papieren aannam.

‘Ik…’ begon Geddes.

‘Mogen we dit eerst even lezen?’ onderbrak Rhyme hem bits, en hij knikte naar zijn assistent.

Thom las de dagvaarding hardop voor. Het was een verzoek om alle papieren, computerbestanden, aantekeningen en andere informatie over te dragen die Rhyme in bezit had in verband met SSD, de afdeling Compliance en aanwijzingen dat SSD connecties had met overheidsin'stanties.

‘Ze vertelde me over Compliance,’ zei Geddes met een knikje naar Sachs. ‘Het sloeg nergens op, maar er zat een luchtje aan. Andrew Sterling zou nooit vrijwillig met de overheid samenwerken aan privacykwesties, tenzij hij er zelf een stuk beter van werd. Hij zou zich met hand en tand verzetten. Dat maakte me wantrouwig. Compliance gaat over iets anders. Ik weet niet wat, maar daar komen we wel achter.’

Hij vertelde dat hij procedeerde wegens schending van wetten op de privacy, zowel op federaal als op staatsniveau, en wegens diverse schendingen van het gewoonterecht en grondwettelijk vastgelegde rechten op privacy.

Rhyme vermoedde dat Geddes en zijn advocaten aangenaam verrast zouden zijn wanneer ze de compliancedossiers zagen, waarvan hij er eentje toevallig in een computer op een paar passen afstand van Geddes had zitten dat hij met alle genoegen wilde afstaan, gezien Andrew Sterlings weigering hem te helpen Sachs te zoeken na haar verdwijning.

Hij vroeg zich af wie er dieper in de nesten zou zitten, Washington of SSD, als de pers lucht kreeg van de Compliance-operatie.

Het zou een nek-aan-nekrace worden, dacht hij.

Toen wierp Sachs Geddes een onheilspellende blik toe en zei: ‘Meneer Geddes zal de zaak natuurlijk moeten combineren met zijn eigen proces.’ Ze doelde op de inbraak in haar huis in Brooklyn, die Geddes vermoedelijk had gepleegd om informatie over SSD te vinden. Ze vertelde dat het gek genoeg Geddes was geweest, niet Tweeëntwintig-vijf, die het bonnetje had laten vallen dat haar naar SSD had geleid. Hij kwam regelmatig in de koffietent in Midtown, van waaruit hij de Grijze Rots in de gaten hield om te zien wat Sterling, zijn personeel en zijn cliënten uitvoerden.

‘Ik zal al het nodige doen om SSD een halt toe te roepen,’ zei Geddes vurig. ‘Het maakt me niet uit wat er met mij gebeurt. Ik wil me met alle plezier opofferen als we daar onze individuele rechten mee terugkrijgen.’

Rhyme had respect voor zijn morele moed, maar vond dat hij pakkender citaten nodig had.

De activist begon aan een verhandeling (met veel herhalingen van wat Sachs al had verteld) over het spinnenweb van SSD en andere data-miners, de ondergang van de privacy in het land en het gevaar voor de democratic.

‘Oké, we hebben de informatie,’ onderbrak Rhyme de langdradige tirade. ‘We bespreken het met onze eigen advocaten en als die zeggen dat alles in orde is, krijg je ruim op tijd een pakketje van ons.’

Er werd gebeld. Nog een keer. Toen werd er hard op de deur gebonsd.

‘O, man. Het lijkt hier wel een station, verdomme… Wat nou weer?’

Thom ging naar de deur en kwam even later terug met een kleine, zelfbewust uitziende man in een zwart pak met een wit overhemd. ‘Hoofdinspecteur Rhyme?’

Rhyme zwenkte zijn rolstoel naar Andrew Sterling, wiens kalme groene ogen geen enkele verbazing verrieden aangaande de toestand van de criminalist. Rhyme vermoedde dat het ongeluk en zijn leven erna gedetailleerd werden vermeld in zijn eigen compliancedossier en dat Sterling zich had ingelezen voordat hij hem kwam opzoeken.

‘Rechercheur Sachs, agent Pulaski,’ zei hij met een knikje voordat hij zich weer tot Rhyme wendde.

Na Sterling kwam Sam Brockton binnen, het hoofd Compliance van SSD, met nog twee mannen in conservatieve kleding met nette kapsels. Het konden assistenten van het Congres zijn of managers van het middenkader, al keek Rhyme er niet van op toen ze werden voorgesteld als advocaten.

‘Hallo, Cal,’ zei Brockton met een matte blik op Geddes, die dreigend terugkeek.

‘We hebben ontdekt wat Mark Whitcomb heeft gedaan,’ zei Sterling zacht. Hij mocht dan klein zijn, hij maakte indruk door zijn indringende ogen, kaarsrechte houding en onverstoorbare stem. ‘Ik vrees dat hij op straat staat. Om te beginnen.’

‘Omdat hij de juiste keus heeft gemaakt?’ beet Pulaski hem toe.

Sterlings gezicht bleef emotieloos. ‘En ik vrees dat de zaak nog niet is afgedaan.’ Hij knikte naar Brockton.

‘Geef ze de dagvaarding,’ snauwde Brockton naar een van de advocaten, die zijn eigen stapel blauwe documenten uitdeelde.

‘Nog meer?’ merkte Rhyme op. Hij knikte naar de tweede verzameling paperassen. ‘Al dat leesvoer. Wie heeft daar nou tijd voor?’ Hij was in een goede bui; hij genoot nog na van het feit dat ze Tweeëntwintig-vijf hadden gepakt en dat Amelia Sachs veilig was.

De nieuwe dagvaarding bleek een gerechtelijk bevel te zijn waarin hun werd verboden Geddes computers, schijven, documenten of enig ander materiaal te geven dat betrekking had op Compliance. Als ze dergelijk materiaal in hun bezit hadden, dienden ze dat over te dragen aan de overheid.

Een van de huurlingen zei: ‘Een weigering komt u op civiele en strafrechtelijke aanklachten te staan.’

‘En neem maar van mij aan dat we gebruik zullen maken van alle middelen waarover we kunnen beschikken,’ voegde Sam Brockton eraan toe.

‘Dit kunnen jullie niet maken,’ zei Geddes verontwaardigd. Zijn ogen vonkten en het zweet parelde op zijn boze gezicht.

Sterling telde de computers in Rhymes lab. Het waren er twaalf. ‘Op welke staat het compliancedossier dat Mark u heeft gestuurd, hoofdinspecteur?’

‘Weet ik niet meer.’

‘Hebt u kopieën gemaakt?’

Rhyme glimlachte. ‘Maak altijd reservekopieën van je gegevens. En berg die ergens anders op, op een veilige plek. Off-site, zoals jullie dat noemen. Is dat niet de boodschap van het nieuwe millennium?’

‘We regelen gewoon nog een bevel om alles te confisqueren en alle servers te doorzoeken waarnaar jullie gegevens hebben geüpload,’ zei Brockton.

‘Maar dat kost tijd en geld. En wie weet wat er in de tussentijd kan gebeuren? Er zouden e-mails of enveloppen naar de pers kunnen worden gestuurd, bijvoorbeeld. Onopzettelijk, uiteraard, maar het kán.’

‘Het is voor iedereen een tijd vol beproevingen geweest, hoofdinspecteur Rhyme,’ zei Sterling. ‘We zijn niet in de stemming voor spelletjes.’

‘We spelen geen spelletjes,’ zei Rhyme vlak. ‘We onderhandelen.’

Sterling leek voor het eerst gemeend te glimlachen. Hij was nu op zijn eigen terrein; hij trok een stoel bij en ging naast Rhymes rolstoel zitten. ‘Wat wilt u?’

‘Ik geef alles aan jullie. Geen strijd voor de rechter, geen pers.’

‘Nee!’ riep Geddes woedend. ‘Hoe kun je toegeven?’

Rhyme negeerde de activist net zo doelmatig als Sterling en vervolgde: ‘Mits jullie de dossiers van mijn medewerkers zuiveren.’ Hij vertelde over Sellitto's drugstest en de vrouw van Pulaski.

‘Dat lukt wel,’ zei Sterling op een toon alsof het niet meer werk was dan het volume van een tv hoger zetten.

‘En jullie moeten Robert Jorgensens leven ook weer in orde maken,’ zei Sachs. Ze vertelde hoe Tweeëntwintig-vijf hem te gronde had gericht.

‘Geef me de gegevens maar, dan regel ik het. Hij kan weer met een schone lei beginnen.’

‘Mooi zo. Zodra alles is opgelost, krijgen jullie wat jullie willen hebben, en niemand krijgt ook maar iets te zien van jullie Complianceoperatic Ik geef jullie mijn woord.’

‘Nee, je moet je verzetten!’ zei Geddes op venijnige toon tegen Rhyme. ‘Telkens wanneer je ze hun gang laat gaan, zijn er alleen maar verliezers.’

Sterling keek hem aan en zei net niet fluisterend: ‘Calvin, ik zal je iets vertellen. Ik ben op 11 September drie goede vrienden in de Twin Towers kwijtgeraakt. Vier andere vrienden liepen ernstige brandwonden op. Hun leven zal nooit meer hetzelfde zijn. En ons land heeft duizenden onschuldige burgers verloren. Mijn bedrijf had de technologie om een paar van de kapers te vinden, en de voorspellende software om uit te vinden wat ze van plan waren. Wij, nee, ík had de hele tragedie kunnen voorkomen. En ik heb er nog elke dag spijt van dat ik het niet heb gedaan.’

Hij schudde zijn hoofd. ‘O, Cal. Jij met je zwart-witpolitiek… Snap je het dan niet? Dát is SSD. Geen gedachtepolitie die midden in de nacht je deur intrapt omdat het ze niet aanstaat wat je vriendin en jij in bed doen of je arresteert omdat je een boek over Stalin of de Koran hebt gekocht of omdat je kritiek had op de president. De missie van SSD is garanderen dat je in alle vrijheid en veilig kunt genieten van de privacy van je eigen huis en dat je mag kopen, lezen en zeggen wat je wilt. Als je op Times Square wordt opgeblazen door een zelfmoordterrorist, heb je helemaal geen identiteit meer om te beschermen.’

‘Bespaar me je preken, Andrew,’ riep Geddes ziedend.

‘Cal, als je nu niet kalmeert, kom je in de problemen,’ zei Brockton.

Geddes lachte kil. ‘We zitten al in de problemen. Welkom in de heerlijke nieuwe wereld…’ Hij draaide zich op zijn hakken om en stormde het lab uit. De voordeur sloeg achter hem dicht.

‘Ik ben blij dat je het begrijpt, Lincoln,’ zei Brockton. ‘Andrew Sterling doet geweldige dingen. Dankzij hem zijn we allemaal een stuk veiliger.’

‘Ik ben blij dat te horen.’

De ironie ontging Brockton volledig, maar Andrew Sterling hoorde het wel. Hij was tenslotte de man die alles wist. Zijn reactie was echter een geamuseerde, zelfverzekerde glimlach, alsof hij wist dat zijn preken uiteindelijk tot de mensen zouden doordringen, ook al konden ze de boodschap nog niet naar waarde schatten. ‘Tot ziens, rechercheur Sachs, hoofdinspecteur. O, u ook, agent Pulaski.’ Hij keek de jonge agent cynisch aan. ‘Ik zal uw aanwezigheid in onze gangen missen, maar als u uw computervaardigheden wilt aanscherpen, staat onze vergaderzaal altijd tot uw beschikking.’

‘Nou, ik…’

Andrew Sterling gaf hem een knipoog, draaide zich om en vertrok met zijn gevolg.

‘Zou hij het weten?’ vroeg het groentje. ‘Van die harddisk?’

Rhyme kon alleen maar schokschouderen.

‘Godver, Rhyme,’ zei Sachs. ‘Ik neem aan dat dat bevel wel klopt, maar moest je echt zo snel toegeven na alles wat we met SSD hebben doorstaan? Allemachtig, dat compliancedossier… Ik vind het niet leuk dat ze al die informatie hebben.’

‘Een gerechtelijk bevel is een gerechtelijk beval, Sachs. We kunnen er weinig aan doen.’

Ze keek hem nog eens goed aan en zag de twinkeling in zijn ogen. ‘Oké, zeg op.’

Rhyme richtte zich tot Thom. ‘Wil je me dat bevelschrift nog eens voorlezen met die verrukkelijke tenor van je? Dat van onze vrienden van SSD.’

Thom deed het.

Rhyme knikte. ‘Mooi… Ik denk nu aan een Latijnse uitdrukking, Thom. Weet je welke?’

‘O, ik weet dat ik het wel zou móéten weten, Lincoln, gezien alle uren die ik hier rustig in de salon aan de klassieken kan besteden, maar ik vrees dat ik het antwoord schuldig moet blijven.’

‘Latijn… Wat een taal is dat toch. Een bewonderenswaardige precisie. Waar vind je anders zelfstandige naamwoorden met vijf naamvallen, en die verbijsterende werkwoordsvervoegingen…? Goed, de uitdrukking die ik bedoel, is inclusis unis, exclusit alterius. Dat betekent dat je door het opnemen van de ene categorie automatisch andere, verwante categorieën uitsluit. Verwar ik je?’

‘Niet echt. Om in de war te raken moet je opletten.’

‘Gevatte repliek, Thom, maar ik zal je een voorbeeld geven. Stel dat je congreslid bent en een wet maakt die zegt dat er geen rauw vlees geimporteerd mag worden. Door die woorden te gebruiken, geef je automatisch toestemming voor de import van ingeblikt of gebraden vlees. Snap je?’

‘Mirabile dictu,’ zei Ron Pulaski.

‘Mijn god,’ zei Rhyme oprecht verbaasd, ‘hij spreekt Latijn.’

Pulaski lachte. ‘Ik heb het een paar jaar gehad op de middelbare school. En als koorknaap pik je het een en ander op.’

‘Waar wil je nou naartoe, Rhyme?’ vroeg Sachs.

‘Brocktons bevel verbiedt ons alleen informatie aan Privacy Now te geven over de afdeling Compliance, maar Geddes heeft ons gevraagd of we alles wilden geven wat we over SSD hadden. Derhalve – ergo – mogen we alles geven wat we verder over SSD hebben. De bestanden die Cassel aan Dienko heeft verkocht, maakten deel uit van PublicSure, niet van Compliance.’

Pulaski schoot in de lach, maar Sachs’ gezicht betrok. ‘Dan halen ze gewoon een nieuw bevelschrift.’

‘Ik betwijfel het. Wat zullen de politie van New York en de FBI zeggen als ze erachter komen dat iemand die bij hun eigen dataleverancier werkt, gegevens van geruchtmakende zaken heeft verkocht? Ik heb zo'n gevoel dat de hoge pieten ons deze keer zullen steunen.’ De ene gedachte leidde naar de andere, en de conclusie was schrikwekkend. ‘Wacht, wacht… In het detentiecentrum – die man die mijn neef wilde vermoorden. Antwon Johnson?’

‘Wat is daarmee?’ vroeg Sachs.

‘Het raakte kant noch wal dat hij Arthur zou willen vermoorden. Zelfs Judy Rhyme zei er iets over. Lon zei dat hij een federale gedetineerde was die tijdelijk door de staat werd ondergebracht. Ik vraag me af of iemand van Compliance het met hem op een akkoordje had gegooid. Misschien moest hij uitvissen of Arthur dacht dat iemand informatie over hem verzamelde om bij de misdrijven te gebruiken. In dat geval moest Johnson hem vermoorden. Misschien in ruil voor strafvermindering.’

‘De regering, Rhyme? Die probeert een getuige te elimineren? Vind je dat zelf niet een beetje paranoïde?’

‘We hebben het over dossiers van vijfhonderd pagina's, chips in boeken en bewakingscamera's op elke straathoek van de stad, Sachs… Maar goed, ik zal ze het voordeel van de twijfel gunnen. Misschien is Johnson benaderd door iemand van SSD. Laten we die informatie in elk geval ook aan Calvin Geddes geven. Laat die pitbull zijn tanden er maar in zetten, als hij wil. Maar laten we wachten tot iedereen weer een schoon dossier heeft. Een week.’

Ron Pulaski nam afscheid en vertrok naar zijn vrouw en dochtertje.

Sachs liep naar Rhyme toe en leunde naar voren om hem op zijn mond te kussen. Ze vertrok haar gezicht en voelde aan haar buik.

‘Gaat het?’

‘Ik zal het je vanavond laten zien, Rhyme,’ fluisterde ze verleidelijk. ‘9mm-kogels maken boeiende blauwe plekken.’

‘Sexy?’ vroeg hij.

‘Alleen als je paarse rorschachs opwindend vindt.’

‘Toevallig wel.’

Sachs wierp hem een subtiele glimlach toe, liep de hal in en riep Pam, die in de salon zat te lezen. ‘Kom mee. We gaan shoppen.’

‘Super. Wat gaan we kopen?’

‘Een auto. Ik kan niet zonder wagen.’

‘Gaaf, wat voor een? O, een Toyota Prius zou zó cool zijn.’

Rhyme en Sachs schaterden. Pam glimlachte onzeker en Sachs legde uit dat ze van alles voor het milieu wilde doen, maar dat haar liefde niet zo ver ging dat ze op haar benzine ging bezuinigen. ‘We gaan een stoere auto kopen.’

‘Wat is dat?’

‘Dat zie je vanzelf.’ Ze zwaaide met een lijst mogelijke auto's die ze van internet had gedownload.

‘Ga je een nieuwe kopen?’ vroeg Pam.

‘Koop nooit, maar dan ook nooit een nieuwe auto,’ zei Sachs belerend.

‘Waarom niet?’

‘Omdat die auto's van tegenwoordig gewoon computers op wielen zijn. We willen geen elektronica. We willen mechanica. Van een computer krijg je geen smeer aan je handen.’

‘Smeer?’

‘Je bent vast gek op smeer. Je bent echt een smeermeid.’

‘Denk je?’ Pam leek het een compliment te vinden.

‘Zeker weten. Kom mee. Tot later, Rhyme.’